Dit jaar hebben software-updates al twee keer gezorgd voor verstoringen van de monitoring van enkelbanden. Een derde storing werd veroorzaakt door onderhoud aan het mobiele netwerk. Dat heeft minister Dekker voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer laten weten.

De elektronische enkelband wordt gebruikt om verdachten en veroordeelden, die onder voorwaarden in vrijheid zijn gesteld, te controleren. Met de enkelband kan worden gezien of iemand zich houdt aan zijn of haar locatieverbod of locatiegebod. In 2018 waren er 4.000 mensen die een enkelband droegen. Gemiddeld droegen vorig jaar elke dag 700 mensen een enkelband.

De eerste storing die Dekker meldt deed zich voor op 31 januari en was het gevolg van een complicatie tijdens onderhoud aan software en netwerk. De storing duurde 10 uur en zorgde ervoor dat 675 enkelbanddragers buiten beeld waren. De tweede storing, die op 11 april plaatsvond, duurde ook 10 uur en had tot gevolg dat 150 dragers buiten beeld waren. Bij beide storingen waren er volgens Dekker geen signalen dat enkelbanddragers dit door hadden.

In mei waren er in totaal vijf verstoringsmomenten, die op 30 april en 1 mei en van 8 tot en met 10 mei plaatsvonden. De storingen duurden bij elkaar 25 uur. Op het hoogtepunt waren alle 725 dragers buiten beeld. "Gedurende het laatste moment van storing zijn enkele signalen binnengekomen dat deelnemers de indruk hadden dat hun band disfunctioneerde", laat de minister weten. Op het moment van de storing was er één persoon die zijn enkelband saboteerde. Deze persoon is de volgende dag na de sabotage aangehouden.

Dekker heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen opdracht gegeven de gemaakte afspraken met leveranciers over onderhoud aan het netwerk en de software aan te scherpen, en waar dat kan maatregelen te nemen die voor meer stabiliteit en minder verstoringen moeten zorgen. "Ik verwacht dat hiermee de gevoeligheid van het huidige systeem kan worden teruggebracht en dat getrokken lessen worden meegenomen in de verdere ontwikkeling van de enkelband gedurende de komende jaren", aldus de minister in een brief aan de Tweede Kamer.