Nederlandse bedrijven die inspelen op de Chinese vraag naar geavanceerde technologie moeten zich altijd afvragen of hun producten niet voor surveillancesystemen kunnen worden gebruikt, zo heeft minister Kaag voor Buitenlandse Handel op Kamervragen van GroenLinks laten weten.
GroenLinks-Kamerleden Van Ojik en Dik hadden vragen gesteld naar aanleiding van een artikel dat het Chinese ministerie van Openbare Veiligheid software gebruikt om emoties te herkennen die door twee Nederlandse bedrijven is verkocht. Volgens Kaag vindt het kabinet de inzet van Nederlandse technologie voor het onderdrukken van bevolkingsgroepen of het schenden van mensenrechten in alle gevallen onwenselijk.
"Nederlandse bedrijven die inspelen op de Chinese vraag naar geavanceerde technologie dienen zich te allen tijde rekenschap te geven van mogelijke ongewenste toepassingen van geleverde producten door Chinese afnemers", aldus de minister. Kaag merkt op dat bedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor toepassen van due diligence. "Zij dienen rekening te houden met de mogelijkheid dat Chinese partners een aandeel hebben in de totstandkoming van surveillancesystemen die beperking van fundamentele vrijheden van Chinese burgers tot gevolg hebben."
De GroenLinks-Kamerleden wilden ook weten in hoeverre ervoor de export van cybersurveillancetechnologie een vergunning nodig is De minister merkt op dat dit voor bepaalde goederen het geval is. Het gaat om zogeheten "dual use" goederen. Dit zijn goeden die meestal voor civiele doeleinden worden gebruikt, maar ook militaire toepassingen kunnen hebben. De minister noemt als voorbeeld "intrusion software" voor het binnendringen van systemen. Voor dergelijke goederen geldt de Europese dual-useverordening. Bedrijven die dergelijke producten buiten de EU leveren moeten een vergunning aanvragen.
Nederland wil het aantal cybersurveillancegoederen waarvoor de verordening geldt uitbreiden. Het gaat dan bijvoorbeeld om interceptie- en monitoringsystemen. De Europese Raad heeft echter geen overeenstemming kunnen bereiken om de dual-useverordening te herzien. Wat betreft opkomende technologieën die voor surveillancedoeleinden kunnen worden ingezet, zoals gezichtsherkenningssoftware en emotieherkenningssoftware, moet volgens Kaag eerst vastgesteld worden in hoeverre deze technologie zowel civiel als militair toepasbaar is.
"Ondanks het gegeven dat sommige (cyber)surveillance technologie niet onder de reikwijdte van de huidige verordening en het Nederlandse exportcontrolebeleid valt, is het kabinet van mening dat het bedrijfsleven een zelfstandige weloverwogen afweging dient te maken of de voortzetting van levering van de goederen aan dergelijke eindgebruikers past binnen een adequaat compliance en MVO-beleid", besluit de minister haar antwoord op de vraag over het leveren van cybersurveillancetechnologie aan autoritaire regimes.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.