23 procent van de mensen die vorig jaar slachtoffer van internetoplichting werd deed aangifte bij de politie, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van onderzoek onder ruim 38.000 Nederlanders. De meeste slachtoffers doen geen aangifte omdat ze vinden dat het incident daar niet belangrijk genoeg voor is of dat ze denken dat ze hun geld niet terugkrijgen.
De grootste groep slachtoffers van aankoopfraude (42 procent) werd slachtoffer via een website voor tweedehandsspullen. 24 procent had de niet geleverde bestelling bij een "webwinkel" gedaan. In de meest gevallen ging het om een nepwebshop. Bijna alle slachtoffers van aankoopfraude waren hun geld kwijt. Tien procent kreeg de financiële schade vergoed, als ze bijvoorbeeld met een creditcard hadden betaald.
Een derde van de slachtoffers had na het incident minder vertrouwen in digitale veiligheid en vier op de tien slachtoffers had ook emotionele gevolgen na het delict. Zo was 39 procent erg boos, bleef 12 procent eraan denken en sliep 5 procent er slechter door.
De politie liet eind september nog weten dat er jaarlijks 42.000 aangiftes van aan- en verkoopfraude worden gedaan. In zo'n tienduizend gevallen blijkt na bestudering door een politiemedewerker dat er geen sprake is van een strafbaar feit. Om deze onterechte aangiftes te filteren heeft de politie een "keuzehulp" geïntroduceerd die slachtoffers eerder moet laten weten of ze slachtoffer van online oplichting zijn geworden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.