De politie zal de komende tijd steeds vaker van "cybervrijwilligers" gebruik maken bij het bestrijden van ondermijning en andere vormen van criminaliteit, zo heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer laten weten.
De minister maakte zijn standpunt bekend over de mogelijke inzet van politievrijwilligers bij de aanpak van ondermijning. "Te denken valt aan politievrijwilligers met cyber en/of digitale expertise of specifieke financieel-economische kennis. Het is van belang dat de politie maatschappelijke betrokkenheid zoveel mogelijk benut. Ik juich de inzet van politievrijwilligers met specifieke kennis dan ook van harte toe", aldus Grapperhaus.
Op dit moment zijn er in de verschillende politiekorpsen al 33 politievrijwilligers met cyberexpertise actief, vooral in de eenheid Amsterdam. En het aantal cybervrijwilligers zal de komende tijd stijgen, stelt de minister. Zo zal de eenheid Rotterdam in het komende jaar cybervrijwilligers inzetten bij initiatieven rondom preventie. Tevens zijn er politievrijwilligers werkzaam bij het darkwebteam van de Landelijke Eenheid, dat zich onder meer richt op de aanpak van online drugscriminaliteit.
Om het aantal cybervrijwilligers bij de politie te vergroten wordt de komende tijd de drempel verlaagd om als vrijwilliger met specifieke expertise bij de politie aan de slag te gaan. Zo wordt het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) aangepast en het onderwijstraject voor politievrijwilligers verkort.
Nu kunnen politievrijwilligers alleen alleen worden aangesteld voor de uitvoering van de politietaak (met opsporingsbevoegdheid) of met een aanstelling voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken, zonder opsporingsbevoegdheid. Na de aanpassing van het Barp zullen politievrijwilligers sneller met een beperkte opsporingsbevoegdheid zijn in te zetten. De aanpassingen zullen naar verwachting voor de zomer van 2020 zijn afgerond.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.