De wetgeving die de inzet van het risicoprofileringssysteem SyRI (Systeem Risico Indicatie) door de overheid mogelijk maakt is in strijd met het recht op privacy zoals dat in het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens is vastgelegd, zo heeft de rechtbank Den Haag vandaag geoordeeld.
SyRI is een systeem van het ministerie van Sociale Zaken waarin persoonsgegevens van Nederlandse burgers uit allerlei overheidsdatabases worden samengevoegd en geanalyseerd met de bedoeling om sociale zekerheids-, arbeids- en belastingfraude tegen te gaan. SyRI genereert op basis van de geanalyseerde data risicomeldingen, die tot verder onderzoek kunnen leiden.
Volgens een coalitie van maatschappelijke organisaties, waaronder Stichting Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, vakbond FNV, Stichting Privacy First, Stichting KDVP en de Landelijke Cliëntenraad en auteurs Maxim Februari en Tommy Wieringa, vormt het systeem een bedreiging voor de rechtsstaat en moet het uit de wet worden geschrapt.
Het gebruik van SyRI zou volgens tegenstanders tot risicomeldingen leiden, namelijk profielen van burgers en 'verwonderadressen' met een verhoogd risico op fraude. Verwonderadressen slaat op een loket van het UWV waar medewerkers adressen waarbij ze aan de correctheid twijfelen kunnen melden. Burgers met een verhoogd risico op fraude worden in een register opgenomen en kunnen vervolgens worden onderworpen aan strafrechtelijke en bestuurlijke onderzoeken en sancties.
"Met deze sleepnetmethode licht SyRI alle inwoners van een wijk of gebied door. Hiervoor gebruikt het systeem vrijwel alle gegevens die overheden over burgers bewaren. Het gaat om 17 datacategorieën, die tezamen een zeer indringend en volledig beeld geven van iemands privéleven", aldus Privacy First. "Elke inwoner van Nederland is voor de overheid door SyRI "bij voorbaat verdacht", zo stelde het Platform Bescherming Burgerrechten. Volgens het Platform en andere partijen in de coalitie is de manier waarop de overheid met SyRI grote hoeveelheden data inzet tegen haar burgers ongekend, ondemocratisch en kent ernstige mensenrechtelijke bezwaren. Ook zou met SyRI het vertrouwen van de burger in de overheid worden geschaad. De coalitie besloot daarom een procedure tegen de Nederlandse Staat aan te spannen.
De rechtbank werd gevraagd om te kijken of de SyRI-wetgeving in strijd is met Europees recht. Daarbij keek de rechtbank of de wetgeving voldoet aan het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens, en dan met name het recht op privacy. Die bepaling vereist een 'fair balance' (een redelijke verhouding) tussen het maatschappelijk belang dat de wetgeving dient en de inbreuk op het privéleven die de wetgeving maakt. Volgens de rechtbank rust op Nederland als EU-lidstaat bij de toepassing van nieuwe technologieën een bijzondere verantwoordelijkheid. Het gaat dan om de balans tussen de voordelen aan het gebruik van die technologieën tegenover de impact op het privéleven van mensen. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de inzet van SyRI.
In het geval van de SyRI-wetgeving voldoet die niet aan de toets van het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens. De rechtbank zette de doelen van de SyRI-wetgeving, het voorkomen en bestrijden van fraude in het belang van het economisch welzijn, af tegen de inbreuk op het privéleven die de wetgeving maakt. Volgens de rechtbank voldoet de wetgeving niet aan de 'fair balance' die het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens vereist om te kunnen spreken over een voldoende gerechtvaardigde inbreuk op het privéleven.
"De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat in de SyRI-wetgeving onvoldoende wordt voorzien in waarborgen ter bescherming van het recht op respect voor het privéleven in relatie tot de risico-indicatoren en het risicomodel die in een concreet SyRI-project kunnen worden gebruikt. De SyRI-wetgeving biedt zonder inzicht in de risico-indicatoren en het risicomodel, althans zonder nadere wettelijke waarborgen die dit gebrek aan inzicht compenseren, onvoldoende handvatten voor de conclusie dat met de inzet van SyRI de inmenging in het privéleven in het licht van het misbruik en de fraude die wordt beoogd te bestrijden steeds proportioneel en daarmee noodzakelijk is, zoals artikel 8 lid 2 EVRM vereist", zo staat in het vonnis vermeld. De Staat werd tevens veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
"We hebben vandaag op alle grote fundamentele punten gelijk gekregen. Dit is een tijdige overwinning voor de rechtsbescherming van burgers in Nederland", zegt Tijmen Wisman van het Platform Bescherming Burgerrechten. Ook FNV is blij met de uitspraak van de rechter. "De focus van dit soort algoritmesystemen is gericht op mensen met weinig inkomen. De echt grote fraudeurs, de belasting-ontduikende en frauduleuze organisaties, worden nauwelijks aangepakt door de Nederlandse Staat. Wij zijn blij dat de rechter nu definitief een streep door SyRI haalt", aldus Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV.
De partijen die de zaak aanspanden hopen dat de uitspraak voor een verandering zorgt in de manier waarop de overheid omspringt met data van burgers. "Het was naast het stoppen van SyRI evenzeer onze insteek om een maatschappelijke discussie op gang te brengen over de manier waarop de overheid met haar burgers omgaat in een digitaliserende samenleving. Deze uitspraak laat zien hoe belangrijk het is om die maatschappelijke discussie te voeren", stelt Merel Hendrickx van het Public Interest Litigation Project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten.
Het ministerie van Sociale Zaken heeft op de uitspraak de volgende reactie gegeven: "De uitspraak van de rechter is duidelijk: handhaving en fraudebestrijding is belangrijk voor het draagvlak voor ons sociale stelsel, maar het instrument SyRI in deze vorm biedt onvoldoende waarborgen om de privacy van mensen te beschermen.
SyRI is in strijd met artikel 8 lid 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Uit die bepaling volgt dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen het maatschappelijk belang van de wet en de inbreuk op het privéleven door de wetgeving. Volgens de rechter is er geen sprake van een eerlijke balans.
Controle van fraude is legitiem en daarbij kan gebruik worden gemaakt van nieuwe technologieën, aldus de rechter, maar de specifieke bepalingen over de inzet van SyRI worden "onverbindend verklaard". Dit betekent dat SyRI als middel voor handhaving niet kan worden ingezet.
Misbruik van uitkeringen tast het draagvlak van de sociale zekerheid aan. Het gaat erom dat onze sociale zekerheid bij de juiste mensen terecht komt. Handhaving is nodig om misbruik en fraude met uitkeringen en toeslagen op te sporen. Hierbij is het belangrijk privacy waarborgen in acht te nemen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de uitspraak grondig bestuderen."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.