De Autoriteit Persoonsgegevens ontving vorig jaar bijna 27.000 meldingen van datalekken, bijna dertig procent meer dan het jaar daarvoor toen het er nog 21.000 waren. Dat heeft de privacytoezichthouder vandaag in een rapport bekendgemaakt. Sinds de invoering van de meldplicht datalekken in 2016 blijft het aantal meldingen jaarlijks stijgen.
Gemiddeld ontving de AP in 2019 ongeveer 2200 meldingen per maand. In de eerste negen maanden van vorig jaar bleef het aantal meldingen dat de toezichthouder ontving stabiel rond de 2000 meldingen per maand. Het laatste kwartaal kende een sterke stijging van het aantal datalekmeldingen. In oktober ontving de AP 2600 meldingen, gevolgd door 3100 en 3600 meldingen in respectievelijk november en december.
De stijging werd veroorzaakt door meldingen afkomstig van factoring bureaus. Deze bureaus nemen uitstaande facturen van organisaties over. Bij deze meldingen ging het met name om datalekken als gevolg van herinneringsbrieven voor openstaande facturen die zijn ingezien door een verkeerde ontvanger. Mede door de stijging in het aantal meldingen van factoring bureaus was de financiële sector vorig jaar de sector met de meeste gemelde datalekken (30 procent). De zorg en publieke sector volgen met respectievelijk 28 procent en 17 procent van de meldingen.
Veruit de meeste datalekken worden veroorzaakt door het versturen of afgeven van persoonsgegevens aan een verkeerde ontvanger. Het gaat dan om e-mails die naar de verkeerde persoon worden gestuurd. Ook komt het voor dat personen hun eigen gegevens opvragen bij organisaties, maar door een administratieve fout vervolgens ook persoonsgegevens van anderen ontvangen. Vorig jaar ontving de Autoriteit Persoonsgegevens zo'n 900 meldingen over "hacking, malware en/of phishing-incidenten". Een stijging van 25 procent ten opzichte van 2018. Met name de sectoren zakelijke dienstverlening, zorg en onderwijs kregen hiermee te maken.
Het jaarrapport van de Autoriteit Persoonsgegevens laat verder zien dat een meerderheid van de gemelde datalekken op één persoon betrekking heeft (64 procent). Een stijging ten opzichte van 2018, toen het nog om 58 procent van de meldingen ging. Bij minder dan 1 procent van de datalekmeldingen bleek dat de gegevens van meer dan 100.000 personen waren gelekt.
De toezichthouder merkt op dat vorig jaar, net als het jaar daarvoor, niet alle meldplichtige datalekken worden gemeld. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk als betrokkenen bij de AP een klacht of melding achterlaten over een (meldplichtig) datalek, terwijl dat door de organisatie zelf niet is gemeld. Vorig jaar werden vijf onderzoeken afgerond waarbij mogelijk een meldplichtig datalek niet was gemeld. Deze onderzoeken kunnen leiden tot een sanctie. Daarnaast zijn vorig jaar tien onderzoeken afgerond naar niet gemelde datalekken die hebben geleid tot een alternatieve interventie door de AP, zoals een normuitleggend gesprek of een waarschuwende brief. Vijftien onderzoeken zijn nog lopend.
"Door de hoge mate van digitalisering van de Nederlandse maatschappij is het risico op grote en ernstige datalekken in Nederland relatief hoog. Het vereist extra aandacht voor fundamentele vraagstukken als privacybescherming en cybersecurity", zo laat de Autoriteit Persoonsgegevens weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.