ANPR-camera’s (Automatic Numberplate Recognition) die op honderden locaties in Nederland hangen registreren 135 miljoen kentekens per maand, zo heeft de politie vandaag bekendgemaakt. Naast de kentekens worden ook additionele gegevens opgeslagen, zoals locatie, tijdstip en foto van voertuigen.
Sinds 1 januari vorig jaar worden deze gegevens 28 dagen bewaard. Daarvoor werden kentekengegevens van weggebruikers die in geen enkel bestand voorkwamen onmiddellijk, of in ieder geval binnen 24 uur gewist. In totaal zijn er op driehonderd locaties in Nederland ANPR-camera's aanwezig, die gemiddeld zo’n 135 miljoen kentekens per maand vastleggen. Kentekengegevens worden vier weken bewaard. Daarna worden ze automatisch vernietigd.
Sinds de nieuwe bevoegdheid van kracht werd hebben rechercheurs ongeveer 1100 keer kentekengegevens opgevraagd. "In een aantal gevallen heeft dit bijgedragen aan het – versneld – opsporen van verdachten", zo laat de politie weten. Er zijn 120 politiemensen opgeleid en door de minister geautoriseerd om de database te doorzoeken. Deze agenten mogen niet betrokken zijn bij een onderzoek waarover gegevens worden opgevraagd. Het Openbaar Ministerie moet voor elke bevraging toestemming geven en bestuurders die op de opgevraagde foto te zien zijn worden onherkenbaar gemaakt.
De bevoegdheid om kentekengegevens op te slaan en later te bevragen geldt in eerste instantie voor een periode van drie jaar. Vervolgens vindt er een evaluatie plaats. "Daarna wordt besloten of de bijdrage die dit middel levert aan het oplossen van misdrijven, opweegt tegen het tijdelijk bewaren van de kentekens", zo laat de politie weten. "Het is heel belangrijk om de vraag te beantwoorden of een dergelijke inbreuk op de privacy ook te billijken is. Daarom wordt door het WODC onderzocht wat het rendement is én hoe de politie met deze bevoegdheid omspringt", voegt Ernest Venema van de Dienst Regionale Informatieorganisatie toe.
Privacyorganisaties hebben altijd grote kritiek op wetsvoorstel gehad. Begin 2011 adviseerde de Autoriteit Persoonsgegevens, toen nog bekend als het College bescherming persoonsgegevens, om het wetsvoorstel niet in te dienen. "De politie krijgt door deze wettelijke basis de bevoegdheid om, in de geschetste mogelijkheid van een landelijk dekkend ANPR-cameranetwerk, alle passanten op Nederlandse wegen als potentiële verdachten in politiebestanden op te nemen", aldus de toezichthouder destijds.
Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens is het wettelijk mogelijk maken van deze verwerking, die inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een groot aantal burgers, alleen te rechtvaardigen wanneer de noodzaak daartoe is aangetoond. De toezichthouder stelde dat dit noch wat betreft de subsidiariteit, noch wat betreft de proportionaliteit het geval is.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.