Het kentekenparkeren in de gemeente Amsterdam is een gerechtvaardigde inbreuk op privacy, zo heeft de Hoge Raad geoordeeld. De zaak was aangespannen door Bas Filippini, voorzitter van Privacy First. Hij had een parkeerboete gekregen en ging hier tegen in beroep. Filippini wilde naar eigen zeggen wel voor het parkeren betalen, maar stelde dat dit niet mogelijk was zonder zijn privacy te schenden. Er kon namelijk niet met cash worden betaald.
Eind 2017 stelde de rechter dat er in deze zaak geen inbreuk is op de privacy en stelde Filippini in het ongelijk. De Privacy First-voorzitter ging daarop in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam, maar trok vorig jaar ook daar aan het kortste eind. Het gerechtshof oordeelde dat het invoeren van het kenteken het privéleven van Filippini raakt, maar dat door de korte en beperkte bewaarduur en het beperkte gebruik er geen sprake is van inmenging in het privéleven. Daarnaast stelde het gerechtshof dat kentekenparkeren niet leidt tot een schending van Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en dat de gemeente geen contante betaalmogelijkheid hoeft aan te bieden.
Daarop ging Filippini in cassatie bij de Hoge Raad. Die stelt dat erbij kentekenparkeren wel sprake is van een inbreuk op de privacy. "Bij dit systeem van kentekenparkeren (het invoeren van het kenteken en controle door scanauto’s in de openbare ruimte) gaat het namelijk om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken, gedurende enige tijd bewaren en gebruiken van gegevens. Wat dat betreft heeft de belanghebbende gelijk", aldus de Hoge Raad.
Toch is deze inmenging door de gemeente in het privéleven wel gerechtvaardigd, stelt de Hoge Raad. In de Parkeerverordening 2013 van de gemeente Amsterdam in combinatie met de Gemeentewet staat namelijk dat bij het parkeren het kenteken moet worden opgegeven. Volgens de Hoge Raad is kentekenparkeren dan ook een gerechtvaardigde inmenging op het recht op het privéleven zoals in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat vermeld.
"Hoge Raad oordeelt dat kentekenparkeren inbreuk vormt op privacy. Zaak was aangespannen door voorzitter Privacy First. Hoge Raad draait echter om hete brij heen door te oordelen dat sprake was van "wettelijke basis", hoewel die wettelijke basis geen enkele privacywaarborg bevat", laat Privacy First in een reactie op Twitter weten.
"In lijn met het betoog van Privacy First oordeelt de Hoge Raad dat kentekenparkeren een systematische inbreuk vormt op het recht op privacy. Onder art. 10 Grondwet en art. 8 EVRM vereist dit een wettelijke basis. Volgens de Hoge Raad is een lokale parkeerverordening zonder wettelijke privacywaarborgen daartoe voldoende. Het gebrek aan wettelijke privacywaarborgen bij kentekenparkeren wordt door de Hoge Raad echter geheel niet getoetst. Ook op dit fundamentele aspect draait de Hoge Raad dus om de hete brij heen. Privacy First acht dit oordeel in strijd met het Europese privacyrecht en verwacht dit met succes te zullen aanvechten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg", zo laat de stichting in een verstuurd persbericht weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.