Minister De Jonge van Volksgezondheid heeft telecomproviders gevraagd om hun data met het RIVM te delen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft hier echter geen toestemming voor gegeven. In een brief aan de Tweede Kamer over de coronamaatregelen laat de minister weten dat hij de surveillance wil intensiveren. "Doel van surveillance is inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling en verspreiding van het virus en daarmee ook input voor de vraag of we onze maatregelen moeten bijstellen", schrijft De Jonge.
De minister wil hiervoor allerlei soorten gegevens verzamelen. Het gaat dan om syndroomsurveillance, de monitoring van het aantal sterftegevallen, de bezetting van de IC-capaciteit, virologische dagstaten en de infectieradar. Ook werkt De Jonge aan beter inzicht in het aantal en type besmettingen bij instellingen, het gebruik van gegevens die door huisartsen verzameld worden, het onderzoek naar aanwezigheid van corona in het rioolwater, het uitbreiden van peilstations en het toevoegen van serologische surveillance.
"Al deze gegevens komen beschikbaar voor het RIVM en daarmee voor het totaalbeeld. Het verloop van de verspreiding van het virus is namelijk een belangrijk meetlat waarop we beoordelen of we maatregelen kunnen versoepelen of moeten overgaan tot strengere maatregelen", laat de minister weten. Hij merkt echter op dat de beschikbare indicatoren met vertraging informatie geven.
Het Outbreak Management Team (OMT) heeft daarom geadviseerd om anonieme data van telecomproviders beschikbaar te maken. "Ik heb daarvoor, na overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens, de telecomproviders gevraagd hun data ten behoeve van de wetenschappelijke behoefte van het RIVM aan het RIVM ter beschikking te stellen", stelt De Jonge.
De toezichthouder heeft echter geen goedkeuring hiervoor gegeven. "Van goedkeuring van de Autoriteit Persoonsgegevens voor het delen van telecomdata is geen sprake. De AP is al langer in gesprek met verschillende ministeries over het delen van telecomdata. In die gesprekken heeft de overheid nog niet duidelijk gemaakt wat het precieze doel is van de data die de overheid wil laten opvragen. De AP heeft steeds geconcludeerd dat de tot nu geopperde voorstellen niet in lijn zijn met de huidige wetgeving", zo laat de Autoriteit Persoonsgegevens in een reactie aan Security.NL weten.
Volgens de AP is er een nieuwe wet nodig als de overheid van telecomgegevens gebruik wil gaan maken. "Die nieuwe wet moet dan wel passen binnen de strenge kaders die we binnen de Europese Unie hebben afgesproken. Daarnaast is democratische controle bij de totstandkoming van zo'n wet heel belangrijk. Natuurlijk zal het parlement zo'n eventuele wet beoordelen. En ook de AP zal advies uitbrengen over die wet. Daarbij houdt de AP de privacy van burgers scherp in de gaten", voegt de toezichthouder toe.
De Autoriteit Persoonsgegevens liet begin vorige maand al weten dat het gebruik van mobiele locatiegegevens om het coronavirus te bestrijden alleen is toegestaan als hier een wettelijke regeling voor komt. "Het gebruik van locatiegegevens van burgers door de overheid is zeer ingrijpend. Zo’n maatregel moet in ieder geval duidelijk zijn, in verhouding staan tot het doel ervan en voldoende waarborgen bevatten. Daar zullen wij goed op letten, mocht er zo’n wetsvoorstel komen", stelde AP-voorzitter Aleid Wolfsen destijds.
Minister De Jonge heeft een rectificatie naar de Tweede Kamer gestuurd. Het in de brief genoemde overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens heeft namelijk niet plaatsgevonden. Wel werkt de minister aan een wijziging van de Telecomwet om telecomgegevens tijdens een pandemie te kunnen delen. Zie ook dit artikel.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.