Minister De Jonge van Volksgezondheid werkt aan een wijzing van de Telecomwet om telecomgegevens tijdens een pandemie te kunnen delen. Het gaat dan met name om locatiedata. Dat heeft de minister in een rectificatie aan de Tweede Kamer laten weten. Gisterenavond verstuurde de minister een brief waarin stond dat hij na overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens telecomproviders had gevraagd om hun data met het RIVM te delen.
"Het RIVM heeft aan ons gevraagd om meer gegevens om de bewegingen van personen, anoniem, beter in kaart te krijgen en deze gegevens in te zetten om de epidemie beter te beheersen", aldus de minister. "Hierover zijn op ambtelijk niveau gesprekken geweest met de Autoriteit Persoonsgegevens en er vindt vanzelfsprekend overleg plaats met de ministeries van EZK, J&V en BZK. Er zal vervolgoverleg plaatsvinden op bestuurlijk niveau met de Autoriteit Persoonsgegevens, dit heeft echter nog niet plaatsgevonden."
De minister heeft daarom een rectificatie naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens De Jonge moet het RIVM eerst nog de vraag en behoefte vaststellen. Daarbij moeten ook het specifieke doel, het publieke belang, de doelmatigheid en proportionaliteit van de gegevensdeling worden omschreven. Ondertussen werkt De Jonge aan een wijziging van de Telecomwet om een wettelijke basis te creëren voor het delen van telecomdata tijdens een pandemie.
Naar aanleiding van de brief van gisteren liet de Autoriteit Persoonsgegevens vandaag weten dat het geen goedkeuring voor het delen van telecomgegevens had gegeven. Volgens de toezichthouder is er een nieuwe wet nodig als de overheid van telecomgegevens gebruik wil gaan maken. "Die nieuwe wet moet dan wel passen binnen de strenge kaders die we binnen de Europese Unie hebben afgesproken. Daarnaast is democratische controle bij de totstandkoming van zo'n wet heel belangrijk", stelde de AP.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.