De eerste boete die in Ierland werd opgelegd voor het overtreden van de AVG heeft voor de rechter stand gehouden. Tusla, de Ierse overheidsinstantie voor kinderzorg en gezinsondersteuning, kreeg door de Ierse privacytoezichthouder DPC wegens drie gevoelige datalekken begin dit jaar een boete van 75.000 euro opgelegd.
Tusla had nagelaten om persoonsgegevens te verwijderen uit documenten die met derde partijen werden gedeeld. Het eerste datalek ontstond toen de instantie een vader van twee kinderen, die bij een pleeggezin woonden, het adres van de pleegouders verstrekte. Bij het tweede datalek verstrekte Tusla een persoon die werd beschuldigd van kindermisbruik het adres van het kind dat de klacht had ingediend en het telefoonnummer van haar moeder.
Het derde datalek ontstond doordat Tusla de oma van een kind dat bij een pleeggezin woonde de adres- en contactgegevens van de pleegouders verstrekte en de locatie van de school waar het kind naar toe ging. Volgens de DPC had Tusla geen voldoende maatregelen getroffen om dergelijke datalekken te voorkomen en had de instantie het derde datalek niet tijdig gemeld. Daarmee had het de regels van de AVG overtreden.
Tusla ging niet tegen de boete in beroep. Sectie 143 van de Ierse Data Protection Act 2018 stelt echter dat dan de rechter zich over de boete moet buigen om te bepalen of die terecht is of niet. In dit geval oordeelde de rechter dat Tusla inderdaad de AVG heeft overtreden en de boete van 75.000 euro moet betalen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.