De politie Amsterdam en Midden-Nederland zijn een proef met een mobiel forensisch dna-lab gestart waardoor sporen van een misdrijf sneller kunnen worden onderzocht en geanalyseerd. Het mobiele lab bestaat uit een forensisch identificatie voertuig (FIV) dat is uitgerust om dna en andere sporen te onderzoeken.
Forensisch politiemedewerkers kunnen aanwezige dna-sporen onderzoeken en de data via een beveiligde verbinding naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) sturen. Daar wordt de dna-data geanalyseerd en vergeleken met profielen in de dna-database. Duurt het proces om op een plaats delict aangetroffen dna-materiaal te laten analyseren normaal twintig dagen, door middel van het mobiele dna-lab kan dit binnen enkele uren worden gedaan.
Oorspronkelijk was de bus waarin het lab zich bevindt aangeschaft om bij terroristische aanslagen te worden ingezet. "Om mobiele dna-apparatuur zoals in de FIV-bus ook te kunnen inzetten bij andere zaken, was een wetswijziging nodig. Die is begin november doorgevoerd en daarmee kon de proeftuin van start. De bus is tot nu toe enkele keren ingezet. Omdat het om lopende opsporingsonderzoeken gaat, kan ik daar geen details over prijsgeven, maar de eerste ervaringen zijn positief", zegt projectleider Rob van der Veer.
Het Lectoraat Forensisch Onderzoek van de Politieacademie en Hogeschool van Amsterdam zullen de uitkomsten en effecten van het mobiele dna-lab onderzoeken. Zo wordt er gekeken of het gebruik van het lab leidt tot een ander of versneld opsporingsproces bij verschillende soorten zaken. Ook onderzoeken zij wat de effecten zijn op het werk van de mensen die in de strafrechtketen werken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.