De aanvallers achter de wereldwijde supply-chain-aanval via de software van SolarWinds hebben mogelijk ook zwakke wachtwoorden gebruikt om toegang tot de systemen van slachtoffers te krijgen. Dat stelt het Cybersecurity and Infrastructure Security Agency (CISA) van het Amerikaanse ministerie van Homeland Security. Het CISA liet eerder al weten dat de aanvallers, naaste besmette SolarWinds-updates, andere aanvalsmethodes gebruikten om slachtoffers te compromitteren.
Het gaat dan mogelijk om het raden van wachtwoorden, bijvoorbeeld door middel van een bruteforce-aanval, password spraying en misbruik van slechte beveiligde beheerderswachtwoorden, aldus het CISA in een nieuwe waarschuwing over de aanval. Password spraying is een techniek waarbij een aanvaller veelgebruikte wachtwoorden probeert om op een account in te loggen. Om detectie te voorkomen probeert een aanvaller eerst één wachtwoord tegen een groot aantal accounts, voordat er een tweede wachtwoord wordt gebruikt. Door deze techniek voorkomt de aanvaller dat een account wordt geblokkeerd en de aanval wordt opgemerkt.
De overheidsinstantie onderzoekt verschillende gevallen waarbij deze aanvalsmethodes mogelijk zijn toegepast. Het daadwerkelijke gebruik is echter nog niet bevestigd. Het CISA stelt dat ongeacht de gebruikte aanvalsmethode de aanvallers het hadden voorzien op de Microsoft-cloudomgevingen van slachtoffers. Hiervoor maakten ze gebruik van vervalste authenticatietokens en gebruikten ze aanvullende inloggegevens en API's om de cloudomgeving permanent te kunnen benaderen.
De overheidsinstantie heeft nu op GitHub een detectietool genaamd Sparrow beschikbaar gemaakt waarmee organisaties gecompromitteerde Microsoft Azure Active Directory (AD)-, Office 365 (O365)-,en Microsoft 365-omgevingen kunnen detecteren. Ook geeft de overheidsinstantie aanvullende informatie over de werkwijze van de aanvallers binnen deze cloudomgevingen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.