De bestuursrechter heeft een streep gezet door een geautomatiseerd systeem van de gemeente Amsterdam om gemeentelijke boetes op te leggen. Een Amsterdammer kreeg in 2018 van de gemeente een boete omdat hij geen adreswijziging had doorgegeven voor de Basisregistratie Personen.
Een half jaar later ontving de man een incassobrief en besloot bezwaar te maken tegen de boete. De gemeente nam toen een tweede besluit en oordeelde dat het bezwaar te laat was ingediend en daarom niet inhoudelijk kon worden behandeld. Tijdens het beroep bij de rechtbank werd duidelijk dat de gemeente in dit soort zaken een systeem gebruikt waarin alles behalve het eerste boetebesluit wordt opgeslagen. Daardoor is de inhoud van het eerste boetebesluit, zoals het boetebedrag, onzeker.
De bestuursrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelde dat dit vanwege rechtsbescherming onacceptabel is en het uit oogpunt van de rechtsbescherming juridisch geen besluit is. Pas het tweede besluit van de gemeente, dat wel werd opgeslagen, is voor iedereen inhoudelijk verifieerbaar - en daarmee toetsbaar - als boetebesluit. De rechtbank stelt dat het belangrijk is dat bestuursorganen altijd zelf voldoende inzicht moeten kunnen verschaffen in hun besluitvorming.
"Zonder de besluitvorming inzichtelijk te hebben kunnen noch beroepsinstanties noch bestuursorganen zelf hun rechtsbeschermende taak vervullen. Dit klemt te meer waar het gaat om een bestuurlijke boete zoals hier, wat een zogeheten ‘criminal charge’ is in de zin van artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden", aldus de rechter in het vonnis.
Omdat het eerste boetebesluit niet vaststaat kon de rechter het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft het beroepschrift naar de gemeente doorgestuurd als bezwaarschrift tegen het boetebesluit.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.