Analoog hieraan voegen Mark - demissionair geen visie hebben - Rutte en consorten extra invalshoeken toe om het briefgeheim - grondwet - te kunnen inperken.
Dit is nu als volgt:
Artikel 13
1 Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter.
2 Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Dus, er geldt qua wetswijziging bewust een extra verplichting van 2e controle gang op zo'n wetswijziging.
Nu blijkt 31 maart 2021 - terwijl Rutte in een diepe formerende crisis als kamerlid terecht raakte - dat hij als premier toch nieuwe wetten wil laten aannemen.
De toelichting hierop is:
[quote.......]Dit wetsvoorstel strekt ertoe de reikwijdte van de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim dat in artikel 13 Grondwet is neergelegd, uit te breiden naar alle communicatiemiddelen. In de praktijk van het digitale tijdperk voldoet de huidige grondwettelijke bepaling niet langer; de modernisering van artikel 13 zal moeten leiden tot een meer techniekonafhankelijke benadering van de reikwijdte.[/quote]
Artikel 13 van de grondwet zou namelijk moeten worden:
Artikel 13
1. Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatie- geheim.
2. Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaald met machtiging van de rechter of, in het belang van de nationale veiligheid, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Maar ondertussen willen ze dus even de mogelijke invalshoeken voor machtiging tot inperking van het briefsgeheim uitbreiden.
Inperkingen toepassen op briefgeheim(analoog, digitaal, telecommunicatie) moeten niet enkel beperkt zijn door bestaande mandaat.
Nee daar komen wc-eendjes bij.
Waarom wc-eendjes?
Minimaal vanwege de volgende praktijk van beslissingen van bestuursorganen:
1) "in het belang van de nationale veiligheid", oftewel dat is mede aan de NCTV.
Die zit lekker in besloten vergadering met de minister van Justitie en Veiligheid in conclaaf en kan de minister dus onder druk zetten. Daar heeft Ferd Grapperhaus in 2017 al voor geschuwd dat hem dat benauwd. Niet zozeer voor hem omdat er toen geen accute nood speelde maar wel heel concreet "voor opvolgende kabinetten waar er scenario's als uit de film van clear and present danger kunnen gaan spelen als een kabinet of de maatschappelijke orde onder druk komt te staan".
2) Ook komen er wc-eendjes bij als de minister van Volksgezondheid die bij wet ook veiligheid beslissingen mag instellen. En wel zonder daarbij in de weg te kunnen worden gezeten door kamerleden.
De minister van Volksgezondheid heeft al nota bene sinds 2009 het mandaat hiertoe.
Dat werd hoofdzakelijk ingesteld omwille van de toenemende globalisering om vanwege veiligheid beperkingen situaties in te stellen en collega ministers te overrulen, inclusief de premier.
Even een noodkreet, de 2e ronde beschouwing van een wetswijziging is nou juist bedoeld als situaties ondertussen zijn veranderd.
Anno 2021 is dat aan de hand.
Omdat enerzijds al 1 en 1/4 jaar de globalisering feitelijk in de vrieskist ligt.
Daarmee is de grondslag voor uitoefening van die superrechten van de minister van Volksgezondheid met betrekking tot overrulen en veiligheid van specifieke ministers tot aan de premier staatsrechtelijk in elk geval ook lastig.
De minister van Volksgezondheid kan nu wettelijk zelfs andere ministers opdragen bepaalde taken in behandeling te nemen.
Dat gebeurt dan achter de schermen in het wekelijkse kabinet overleg.
Wettelijk heeft deze minister dus nu een rekbaar mandaat.
Qua volksgezondheid zou deze minister armslag moeten hebben, voormits die ook meewerkt aan controle uitoefening door de tweede kamer. Dat doet deze minister dus letterlijk niet tot beperkt.
Daarbij stelt hij evaluaties gewoon expliciet uit!
Te vroeg volgens deze minister met supperrechten.
Betrek hierbij dat deze minister een kamerlid dat grondwettelijk vanuit de controlerende taak gewoon vragen mocht stellen wegzette als "echt enorm gevaarlijk".
3) De invalshoek rechter.
De rechters blijken in elk geval in kwesties waar er technisch / DNA gerelateerde proeven(strafrecht en volksgezondheid) door de overheid als bewijslast worden aangedragen haar tanden stuk te bijten op het kennen van de beperkingen van de methode achter die erachter schuil gaat.
De rechters laten zich ondanks haar kapotte tanden gebleken eerder leiden door "urgentie" en "maatschappelijk belang" dan door het eerst verder bevelen de beperkingen van de methode die de makers van de methode zelf verklaren scherper te krijgen.
Het zorgvuldigheid principe is via de rechtspraak als het wat technisch wordt toch "ietwat" onderschikt
Zelfs terwijl de beperkingen van een methode expliciet zijn gemaakt - dat is bij de DNA proeven instrumenten het geval gedaan door de wetsmaker via toelichting op de wet en via in EU wettelijk verplichte product richtlijn verklaringen - dan nog acht de rechter in meerdere gevallen zorgvuldigheid dus ondergeschikt onderdeel aan handelen uit voorzorg.
Via de rechter komt dus voortdobberen tot stand.
En wel via jurispedentie in haar rechtspraak.
Dit zijn maar even een paar shoutouts.
Wat laat digitaal kamerlid Kees V. in vredesnaam achter voor een gaten in de grondwet en onze privacy????