In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld aan demissionair minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over het aanmerken van de voedselvoorziening al vitale infrastructuur. Aanleiding is de ransomware-aanval op logistiek dienstverlener Bakker Logistiek, wat zorgde voor lege schappen op de kaasafdelingen van Albert Heijn. Door de aanval moesten allerlei zaken opeens met de hand en pen en papier bij Bakker worden afgehandeld. Daarnaast waren allerlei bestanden versleuteld, wat gevolgen had voor de bevoorrading van supermarkten.
De voedselvoorziening is niet aangemerkt als vitale infrastructuur en kan zodoende niet bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) aankloppen. Er werd dan ook opgeroepen om de voedselvoorziening wel van dit stempel te voorzien. "Wat zijn de voor- en nadelen van de voedselvoorziening als vitale infrastructuur te benoemen?", vraagt PvdA-Kamerlid Kathmann aan de minister.
Ook wil ze van Grapperhaus weten wanneer een bedrijf als vitale infrastructuur wordt aangemerkt en wat hij vindt van de oproep om de voedselvoorziening toe te voegen aan de lijst met bedrijven die worden gezien als vitale infrastructuur. De bewindsman moet tevens duidelijk maken welke hulp het NCSC biedt aan bedrijven die als vitale infrastructuur worden gezien.
Afsluitend gaat Kathmann in op uitspraken dat de pakkans bij cybercrime laag is. "Wat is de reden van de lage pakkans?", vraagt ze aan de minister. Daarnaast wil ze weten of de overheid meer moet doen om de pakkans bij cybercrime te vergroten en wat voor maatregelen Grapperhaus hierbij in gedachten heeft. De minister heeft drie weken de tijd om de vragen te beantwoorden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.