ING hoeft slachtoffers van WhatsAppfraude die bij elkaar voor 22.000 euro werden opgelicht niet te vergoeden, zo heeft het financiële klachteninstituut Kifid geoordeeld. De eerste twee slachtoffers werden benaderd door iemand die zich voordeed als hun zoon. Deze persoon vroeg het stel om twee betalingen van bijna 10.000 euro uit te voeren, wat ook werd gedaan (pdf).
De andere slachtoffers werden benaderd door iemand die zich voordeed als hun schoonzus. Er werden in totaal vijf bedragen van totaal ruim 13.000 euro overgemaakt. Zo'n 1100 euro hiervan kon worden veiliggesteld, waardoor de slachtoffers met een schade van 12.000 euro achterbleven (pdf). Beide slachtoffers vroegen ING om een schadevergoeding, maar de bank weigerde dit.
Daarop stapten de slachtoffers naar het Kifid. Dat oordeelt dat de bank in zijn recht staat door het overgemaakte geld niet te vergoeden. Slachtoffers hebben het geld namelijk zelf overgemaakt. Daarnaast is ING niet verplicht om WhatsAppfraude te vergoeden omdat het wel slachtoffers van spoofing vergoedt.
"Nog los van de feitelijke verschillen tussen spoofing en de WhatsAppfraude die in dit geval speelt, is van doorslaggevend belang daarvoor dat het compensatiekader bij spoofing een vorm van coulance is. Tot coulance kan ING Bank niet gedwongen worden", stelt het Kifid.
De slachtoffers vonden verder dat ING hen had moeten waarschuwen voor WhatsAppfraude. De bank liet daarop weten dat het veel aan voorlichting doet. "Ook op het gebied van waarschuwen voor fraude is er geen sprake van een zorgplichtschending. In het kader van de zorgplicht van de bank is er dus geen grond voor schadevergoeding", oordeelt het klachteninstituut, dat de vorderingen van de slachtoffers afwijst.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.