Een internationaal cybercrime-verdrag waar de Verenigde Naties aan werkt vormt een bedreiging voor de persvrijheid en kan journalisten in gevaar brengen wanneer ze alleen van het internet gebruikmaken, zo waarschuwt de Commissie voor de Bescherming van Journalisten (CPJ).
Aan het verdrag, dat werd voorgesteld door Rusland, wordt nog gewerkt. Het zou autoriteiten echter nieuwe middelen bieden om journalisten te straffen, aldus de CPJ. Het probleem ligt in de gebruikte definities van het woord cybercrime in het verdrag. De één gaat over het inbreken op netwerken, de andere definitie betreft elk misdrijf dat via een computer wordt gepleegd.
Dat maakt volgens de CPJ een groot verschil, omdat autoriteiten wereldwijd cybercrimewetgeving al gebruiken om journalisten te straffen. Niet vanwege het inbreken op netwerken of systemen, maar vanwege het aan de kaak stellen van misstanden.
“Als er ambiguïteit is, zullen sommige overheden daar misbruik van maken om de vrijheid van meningsuiting te beperken”, zegt onderzoeker Deborah Brown van Human Rights Watch. "Het is niet alleen belangrijk om te kijken wat op een wereldwijd niveau wordt voorgesteld, maar hoe nationale overheden hun eigen wetten interpreteren."
"Wat positief is, is dat een aantal landen heeft gezegd dat ze een rechten-respecterende aanpak willen", zegt Sheetal Kumar van digitale rechtenorganisatie Global Partners Digital. "Maar de duivel zit in de details. Je vraagt om meer [politie] bevoegdheden, maar je zegt ook dat mensenrechten moeten worden beschermd. Dat is waar de moeilijkheden zitten."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.