Het traditionele pinnen waarbij er een pincode voor betalingen moet worden ingevoerd heeft vorig jaar verder terrein verloren aan contactloos betalen. Daarnaast heeft de grote daling van het gebruik van contant geld die in 2020 zichtbaar was zich niet doorgezet, zo blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Betaalvereniging Nederland en De Nederlandsche Bank (DNB).
In 2022 daalde het gebruik van contant geld van 33 procent naar 22 procent. Vorig jaar daalde het aandeel contant op het totale aantal betalingen aan de kassa met twee procentpunten naar 20 procent. "De relatief grote daling in 2020 lijkt hiermee niet sterk door te zetten", aldus DNB, dat spreekt over een lichte daling. Volgens het onderzoek betalen Nederlanders met een relatief laag inkomen het meest met contant geld.
"Zij geven vaker dan anderen aan dat het gebruik van contant geld een beter beheer van hun uitgaven mogelijk maakt dan pinbetalingen. Voorheen waren Nederlanders van 75 jaar en ouder de groep die het vaakst contant geld gebruikten, maar het cashgebruik binnen deze groep is in twee jaar tijd gehalveerd naar 28 procent van de aankopen", aldus DNB. Mensen uit de hoogste inkomensgroep maken het minst gebruik van contant geld.
Contactloos betalen liet in 2021 een verdere groei zien is en volgens het onderzoek veruit de populairste betaalmethode aan de kassa. Het aandeel contactloos is nam vorig jaar met zes procentpunten toe, van 62 procent in 2020 naar 68 procent in 2021, terwijl het aandeel traditionele pinbetalingen met vier procentpunten is gedaald, van 15 procent naar 11 procent. Contactloos betalen via de pinpas is het populairst, op afstand gevolgd door de smartphone.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.