Minister Kuipers van Volksgezondheid zal bestaande wet- en regelgeving niet aanpassen om medische dossiers van psychiatrische patiënten die worden verdacht van een misdrijf vrij te geven voor politie en het Openbaar Ministerie, zoals een petitie had gevraagd. Volgens de bewindsman biedt de wet al mogelijkheden om in individuele gevallen het beroepsgeheim te doorbreken als andere belangen zwaarder wegen.
Aanleiding voor de petitie "Minder privacy bij moord" was het stopzetten van een opsporingsonderzoek dat was ingesteld na het overlijden van vier personen op en rond het terrein van ggz-instelling Parnassia in Den Haag in 2007 en 2008. "Wij zijn van mening dat het beroepsgeheim/privacybelang niet misbruikt mag worden om psychiatrische moord/doodslag verdachten uit handen van Politie en Justitie te houden. Deze wet gaat te ver!", aldus de petitiestarters.
Volgens Kuipers ondersteunt het medisch beroepsgeheim de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en de hulpverlener en waarborgt het de vrije toegang tot zorg. "Het zorgt ervoor dat een patiënt erop kan vertrouwen dat alles wat met de hulpverlener wordt gedeeld tussen patiënt en hulpverlener blijft. Een patiënt moet zich niet gehinderd voelen om de nodige zorg te zoeken en te spreken met hulpverleners vanwege de angst dat er mogelijk informatie bij derden kan belanden."
Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan een hulpverlener het beroepsgeheim doorbreken. Het is de verantwoordelijkheid van de hulpverlener zelf om per geval een afweging te maken of zich een situatie voordoet waarbij het beroepsgeheim moet worden doorbroken. Bij het incident besloot Parnassia het medisch dossier van een patiënt niet met de politie te delen en werd hierbij in het gelijk gesteld door de rechter, die oordeelde dat er onvoldoende grond was om de medische informatie over betrokkene op te vragen.
De patiënt werd niet als verdachte in deze zaak gezien. Politie besloot het onderzoek in de zaken stop te zetten omdat er geen verdachte in beeld is gekomen. In 2009 gingen de toenmalige minister van Justitie en minister van Volksgezondheid al in op het niet doorbreken van het medisch beroepsgeheim in deze zaken. Ze stelden dat er voldoende ruimte bestaat voor hulpverleners om het belang van de opsporing en de veiligheid af te wegen tegen het belang van de zwijgplicht en het verschoningsrecht.
Kuipers is het hiermee eens en stelt dat de gevallen op en rond het terrein van Parnassia geen aanleiding vormen voor een aanpassing van wet- en regelgeving om een algemene regel te introduceren. "De wet biedt reeds ruimte om in individuele gevallen het beroepsgeheim te doorbreken als andere belangen zwaarder wegen, bijvoorbeeld als er een direct gevaar dreigt voor andere personen."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.