Eye-trackers die de oogbewegingen van mensen volgen, zodat kan worden vastgesteld waar ze naar kijken, zullen straks overal in de samenleving aanwezig zijn, wat vergaande gevolgen voor de privacy kan hebben. Dat stelt hoogleraar Halszka Jarodzka, die volgende week bij de Open Universiteit in Heerlen haar oratie over de mogelijkheden en risico’s van oogbewegingsregistratie uitspreekt.
Een aantal jaren geleden ontstond er grote ophef toen bleek dat reclameborden op NS-stations van camera's waren voorzien om het 'gedrag' van passanten te meten. Later bleken dergelijke reclameborden ook in een Zwols winkelcentrum te staan. Volgens Jarodzka is de techniek steeds makkelijker te installeren en zijn commerciële partijen hier zeer geïnteresseerd in.
De hoogleraar verwacht dat het niet lang meer zal duren of eye-trackers zullen in alledaagse apparaten als laptops en telefoons zijn ingebouwd en in reclameborden aanwezig zijn. Ook ziet ze mogelijkheden om de technologie in het onderwijs toe te passen. Het is dan ook de vraag of oogbewegingen persoonsgegevens zijn en of ze onder de AVG vallen.
Jarodzka voorziet dat het niet lang zal duren voordat via big data en algoritmes de geanonimiseerde oogbewegingen terug te voeren zijn tot een persoon. Ze stelt dan ook de vraag of oogbewegingen niet gezien moeten worden als biometrische data. Daarnaast moet er ook goed naar de privacygevolgen worden gekeken. Niet alleen is het mogelijk om vast te stellen dat een reclamebord is bekeken, maar ook of iemand naar een ander persoon kijkt.
Voor het onderwijs ziet de hoogleraar allerlei praktische toepassingen. Zo is lesmateriaal te ontwikkelen dat past bij de manier waarop mensen kijken. Dit zou moeten leiden tot efficiënter leren en meer valide toetsen. Ook hier is de vraag hoeveel inzicht onderzoekers willen en mogen hebben in het brein van de studenten. Voorafgaand aan de oratie van Jarodzka vindt er een conferentie plaats getiteld 'Leren in beeld brengen'.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.