Het openbare UBO-register zoals dat in Nederland en andere Europese lidstaten bestaat vormt een ernstige aantasting van de grondrechten van burgers, is niet beperkt tot wat strikt noodzakelijk is en niet proportioneel, aldus het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de bepaling ongeldig heeft verklaard (pdf).
UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner en betreft de eigenaar of eigenaren van een onderneming of de mensen die zeggenschap over een organisatie hebben. Sinds 27 september 2022 moeten organisaties UBO's in het UBO-register inschrijven. Het register volgt uit de Europese vijfde anti-witwasrichtlijn en moet financieel-economische criminaliteit tegengaan, zoals witwassen van geld, belastingontduiking, fraude en financiering van terrorisme.
Een deel van de gegevens van de UBO is openbaar. Het gaat om voornaam en achternaam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van het economische belang van de UBO. Tegen betaling van 2,50 euro per uittreksel kan er in het UBO-register worden gezocht. De openbaarheid van gegevens zou volgens de EU een afschrikkende werking hebben op personen die geld willen witwassen of terrorisme willen financieren.
Stichting Privacy First startte een kort geding en vroeg de rechter om het UBO-register tijdelijk buitenwerking te stellen. Ook vroeg de privacyorganisatie het Gerechtshof Den Haag om prejudiciële vragen over het UBO-register te stellen aan het Europees Hof van Justitie. Op beide punten werd Privacy First vorig jaar in het ongelijk gesteld.
Daarop tekende de stichting bezwaar aan, maar trok ook in hoger beroep aan het kortste eind. Vandaag zet het Hof van Justitie een streep door het openbare UBO-register en stelt dat dit onderdeel van de antiwitwasrichtlijn ongeldig is. Het openbaar maken van de informatie is een ernstige aantasting van de grondrechten op eerbiediging van het privéleven en bescherming van persoonsgegevens.
"informatie maakt het immers voor een potentieel onbeperkt aantal personen mogelijk informatie te verkrijgen over de materiële en financiële situatie van uiteindelijk begunstigden", zo laat het Hof weten. "Bovendien worden de mogelijke gevolgen voor de betrokkenen van een eventueel misbruik van hun persoonsgegevens nog verergerd doordat deze gegevens, wanneer zij eenmaal ter beschikking van het grote publiek zijn gesteld, niet alleen vrijelijk kunnen worden geraadpleegd, maar ook kunnen worden opgeslagen en verspreid."
Volgens het Hof kan een aantasting van de grondrechten gerechtvaardigd zijn, maar zou dat dan wel proportioneel en noodzakelijk moeten zijn. Iets dat nu niet is aangetoond. De aantasting van "gewaarborgde grondrechten" weegt niet op tegen de eventuele voordelen van de nieuwe regeling, aldus het Hof. Privacy First roept minister Kaag van Financiën op dit zo spoedig mogelijk in orde te maken. "De Kamer van Koophandel moet hier met één druk op de knop voor kunnen zorgen", aldus de stichting.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.