Het afsluiten van het openbaar UBO-register zoals de Kamer van Koophandel (KVK) vorige week heeft besloten is een grote overwinning voor de privacy, zo stelt stichting Privacy First. Aanleiding voor de sluiting is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat het register een ernstige aantasting van de grondrechten van burgers vormt, niet beperkt is tot wat strikt noodzakelijk is en niet proportioneel is.
UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner en betreft de eigenaar of eigenaren van een onderneming of de mensen die zeggenschap over een organisatie hebben. Sinds 27 september 2022 moeten organisaties in Nederland UBO's in het UBO-register inschrijven. Het register volgt uit de Europese vijfde anti-witwasrichtlijn en moet financieel-economische criminaliteit tegengaan, zoals witwassen van geld, belastingontduiking, fraude en financiering van terrorisme.
Een deel van de gegevens van de UBO was tot vorige week openbaar. Het ging dan om voornaam en achternaam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van het economische belang van de UBO. Tegen betaling van 2,50 euro per uittreksel kon er in het UBO-register worden gezocht. De openbaarheid van gegevens zou volgens de EU een afschrikkende werking hebben op personen die geld willen witwassen of terrorisme willen financieren.
Begin 2021 heeft Privacy First een kort geding over het UBO-register aangespannen, met als inzet dat de Nederlandse rechter de zaak aan het Hof van Justitie van de EU zou voorleggen. Dat wilde de Nederlandse rechter niet doen omdat er op dat moment net een vergelijkbare Luxemburgse zaak aan het Hof van Justitie was voorgelegd. De voorzieningenrechter bevestigde daarbij wel al dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register.
De rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter tot de conclusie zou komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. In hoger beroep van Privacy First werd dit oordeel bevestigd. Vorige week zette het Hof van Justitie van de EU een streep door het register.
"Een grote overwinning voor de privacy", aldus Privacy First. De stichting verwacht dat er mogelijk een discussie zal komen over de afbakening van de groep personen die op basis van een ‘legitiem belang’ toegang hebben tot het UBO-register. Mogelijk dat de Europese privacytoezichthouder EDPS daarbij een rol kan spelen. Die adviseerde al in 2017 dat openbare toegankelijkheid van het UBO-register niet proportioneel zou zijn.
"De Europese wetgever heeft zich indertijd helaas niets van dat advies aangetrokken. Het komt helaas vaker voor dat de Europese wetgever regels opstelt die een forse inbreuk op de privacy maken, en dat de hoogste Europese rechter jaren later oordeelt dat die regels een te grove schending zijn", stelt Privacy First. "De Grote Kamer van het Hof van Justitie van de EU heeft de afgelopen jaren keer op keer in het voordeel van de privacy geoordeeld. Maar het zou nog beter zijn als de regelgever zelf het belang van privacybescherming op waarde schat. Dan zouden veel privacyschendingen door de overheid kunnen worden voorkomen."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.