De Tweede Kamer maakt zich zorgen over de mogelijke privacygevolgen van de digitale euro. Ook zijn er twijfels over de noodzaak van een dergelijke valuta. Dat bleek uit een debat dat vorige week in de Tweede Kamer over de digitale euro plaatsvond. Op dit moment bevindt de digitale euro zich bij de Europese Centrale Bank (ECB) nog in de onderzoeksfase. Deze fase duurt naar verwachting tot het najaar van 2023.
Kamerleden maken zich zorgen over de mogelijke impact mocht de munt er komen. "Gisteren is nog gebleken dat zo'n witwaswet, het UBO-register, veel te ver gaat. Als de EU een extra instrument in handen krijgt, dan laat ze die kans echt niet liggen. Dat de voorzitter van de ECB, mevrouw Lagarde, aangaf dat volledige anonimiteit niet haalbaar is, stelt ons als SGP ook niet gerust", liet SGP-Kamerlid Stoffer weten.
PVV-Kamerlid Van Dijck wees ook naar de noodzaak van een digitale euro: "Waarom zou Nederland een digitale euro willen? De bevolking lust 'm niet. De Kamer, met uitzondering van D66, lust 'm niet. De rest is gewoon tegen een digitale euro. Dat moet de inzet zijn van deze minister. Ze moet zich niet doof en blind houden voor de geluiden uit de samenleving en uit deze Kamer."
Tijdens het debat werd ook gesproken over tests met digitale valuta in andere landen. "In China wordt er sinds april vorig jaar getest met een e-yuan, een digitale munt met vele opties van programmeerbaarheid. Dat heeft geleid tot berichten over Chinese overheidssurveillance op eigen burgers", stelde JA21-Kamerlid Eppink, die vervolgens waarschuwde dat een digitale euro zonder harde voorwaarden kan leiden tot een scenario van een Europese e-yuan.
Volgens Van der Plas van de BBB lijkt een digitale euro in theorie een goede manier om de economie efficiënter, sneller en duurzamer te maken voor burgers. "Maar deze voordelen zijn niet gratis: ze zullen ten koste gaan van de privacy van burgers. De macht en de invloed van de ECB zullen groter worden en veranderen de ECB in een monopolist waar de burger niet omheen kan. Op papier lijkt het allemaal mooi, maar er zitten zo veel haken en ogen aan dat het gewoonweg dwaas zou zijn om een digitale euro in te voeren." Ze voegde toe dat de digitale euro bar weinig voordelen oplevert die totaal niet opwegen tegen de waslijst aan nadelen voor de burger. "Niet doen dus."
Om niet mee te doen vroeg SP-Kamerlid Alkaya naar de mogelijkheid van een opt-out. "Met andere woorden, er moet een besluitvormingsproces in de EU komen waarin bijvoorbeeld met unanimiteit wordt besloten. Of er moet met opt-outs voor lidstaten worden gewerkt, waarin dus uiteindelijk elk euroland, en dus ook elk nationaal parlement, akkoord moet gaan met de digitale euro voordat die wordt ingevoerd. Anders draaien wij mensen een rad voor ogen, en daar wil ik niet aan meewerken."
Minister Kaag van Financiën stelde daarop dat of een opt-out een mogelijkheid is afhangt van de inhoud van de verordening. "Ik kan daar niet op vooruitlopen." De minister verklaarde ook dat het nog niet zeker is dat er een digitale euro komt. "Het tweede is dat er nog niets besloten is. In tegenstelling tot wat men misschien leest of wil suggereren, is er helemaal niets besloten. We denken als lidstaten na over wat de randvoorwaarden zouden kunnen en moeten zijn." In het eerste kwartaal van volgend jaar zal Kaag meer informatie naar de Tweede Kamer sturen, waarin onder andere wordt ingegaan op de planning en de mogelijke vormgeving.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.