Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: Ik lees in dit artikel op Security.nl: "Burgers zijn verplicht om hun identiteitsbewijs te tonen als de politie hier om vraagt. Het is echter niet mogelijk om iemand te dwingen om zijn of haar identiteit prijs te geven, zo laat minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid weten." Kun jij als jurist duiden hoe je deze twee uitspraken met elkaar moet rijmen? Als je iets verplicht moet tonen, dan is dat toch dwang?
Antwoord: Dit bericht ken ik ook en ik moest het ook drie keer lezen. Dus ik ga even terug naar de wet, om precies te zijn artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht (WID):
Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht op de eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in artikel 8 van de Politiewet 2012 of artikel 6a van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 ter inzage aan te bieden. Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder.
In het jargon noemen we dit een toonplicht, en geen draagplicht: nergens staat dat je altijd een identiteitsbewijs bij je moet hebben, je moet het alleen op eerste vordering ter inzage geven. De grens hiertussen is subtiel, en de Rijksoverheid zegt heel praktisch dan ook dat het op hetzelfde neerkomt. Maar in theorie zou je partner jouw ID-bewijs bij zich kunnen hebben, zodat je het direct kunt pakken. ("Ik ga hem snel thuis halen, loopt u even mee" is géén "op eerste vordering tonen".)
De politie moet een redelijke grond hebben om de vordering te mogen doen. Maar als die er is, en je werkt niet mee, dan is dat een strafbaar feit (art. 447e Strafrecht). En nu komt 'ie: omdat je dan verdachte bent van een strafbaar feit, mag men onderzoek plegen om je identiteit vast te stellen. Zie de Aanwijzing uitbreiding identificatieplicht:
Degene die zich niet conform artikel 2 van de WID identificeert, maakt zich ingevolge artikel 447e Sr. schuldig aan een strafbaar feit. Daarmee worden vanzelf ook de bevoegdheden toepasselijk die het Wetboek van Strafvordering (Sv.) biedt om de identiteit van een verdachte te achterhalen. De aanleiding voor de vordering speelt hierbij een rol. In geval van een zwaar strafbaar feit zal toepassing van dwangmiddelen eerder aangewezen zijn dan in geval van een bekeuringssituatie.
Die dwangmiddelen kunnen omvatten het (onder dwang) afnemen van je vingerafdruk en je insluiten tot nader onderzoek is afgerond. Maar, en nu ben ik even een héél formele overheidsjurist, dit zijn allemaal middelen die buiten jouw wil om worden uitgevoerd. Jij wordt dus niet gedwongen zelf te zeggen wie je bent. Dat zoekt de politie zelf wel uit, het enige is dat jij in een cel blijft zitten totdat men klaar is. Zoiets denk ik dat de minister bedoelt.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.