Het in stand houden van end-to-end encryptie is een stap achteruit in de aanpak van online seksueel kindermisbruik, zo vindt het CDA. Dat reageerde op een Kamerbrief van minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid van afgelopen september. Daarin laat het kabinet weten dat het een motie van de Partij voor de Dieren over het in stand houden van end-to-end encryptie zal uitvoeren.
Volgens het CDA betekent het uitvoeren van de motie een stap achteruit in de aanpak van online seksueel kindermisbruik. De partij vroeg aan minister Yesilgöz welke stappen ze neemt om dit te voorkomen. De minister stelt dat het uitvoeren van de motie inhoudt dat Nederland voorstellen die end-to-end encryptie onmogelijk maken niet steunt.
"Wel wil ik blijven kijken naar wat wél mogelijk is (binnen- en buiten het encryptie dossier) om het werk van de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten effectief te houden. Eventuele maatregelen – die end-to-end encryptie niet onmogelijk maken – worden telkens bezien vanuit grondrechtelijk perspectief en beoordeeld op noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit", zo voegt ze toe.
Verder wilde het CDA weten of de minister ook vindt dat het terugdringen van online seksueel kindermisbruik voorop moet staan en dat dit belang zwaarder weegt dan de privacy van betrokkenen. Daarop antwoordt Yesilgöz dat de aanpak van kindermisbruik belangrijk is. "Tegelijkertijd is het van belang dat de inbreuk op grondrechten alleen plaatsvindt wanneer deze strikt noodzakelijk is, voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, is omkleed met waarborgen en voldoet aan de bijzondere eisen van de Grondwet. Het gaat daarbij niet alleen om de bescherming van de privacy, maar bijvoorbeeld ook om de bescherming van het telecommunicatiegeheim."
De minister is het wel met het CDA eens dat de bevoegdheden van opsporingsdiensten moeten zijn toegerust op de huidige en toekomstige digitale realiteit. "En zeker op de bestrijding van seksueel kindermisbruik Met effectieve, rechtmatige toegang tot gegevens bevorderen de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten de veiligheid van de digitale en de fysieke wereld. Daarbij blijven we openstaan voor nieuwe inzichten bij de vormgeving van beleid in het digitale domein", gaat Yesilgöz verder.
Op dit moment wordt onderzocht wat de impact van encryptie op de opsporing is. De minister verwacht in de eerste kwartaal van dit jaar een rapport hierover van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) naar de Tweede Kamer te sturen. "Daarnaast blijft onderzoek mogelijk naar proportionele mogelijkheden voor rechtmatige toegang tot versleutelde opsporingsinformatie. Op deze manieren wordt invulling gegeven aan het opsporingsbelang binnen de encryptie discussie", aldus de bewindsvrouw.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.