Het ministerie van Justitie en Veiligheid zal gegevens van vliegtuigpassagiers, de zogenoemde PNR-gegevens (Passenger Name Records), voortaan drie jaar bewaren. Dat heeft minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer laten weten. Drie weken geleden werd het ministerie nog door de Autoriteit Persoonsgegevens opgeroepen om de grootschalige verwerking van gegevens van luchtvaartpassagiers per direct te stoppen.
De Europese PNR-richtlijn verplicht luchtvaartmaatschappijen om passagiersgegevens aan de overheid te verstrekken. Vrijwel alle EU-lidstaten hebben de PNR-richtlijn tot nationale wetgeving verwerkt. In Nederland zorgt de wet ervoor dat gegevens van vliegtuigpassagiers met vertrek of aankomst in Nederland vijf jaar lang worden bewaard in een database van de eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL). Het gaat dan om reserverings- en check-in-gegevens, zoals naam- en adresgegevens, telefoonnummers, e-mailadressen, geboortedata, reisdata, ID-documentnummers, bestemmingen, medepassagiers en betaalgegevens.
"Hoewel bedoeld om reisbewegingen van terroristen en zware criminelen in beeld te krijgen, worden nu de reisdetails van alle luchtvaartpassagiers verzameld en jarenlang bijgehouden in een database. Dat is niet toegestaan en moet per onmiddellijke ingang stoppen", aldus de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een brief aan minister Yesilgöz. Volgens de privacytoezichthouder zijn de noodzaak en evenredigheid van de verwerking van de gegevens niet te rechtvaardigen.
Vorig jaar adviseerde de AP het ministerie om de verwerking van PNR-gegevens in lijn te brengen met de wettelijke kaders en de Europese PNR-richtlijn. Hoewel het ministerie dit advies niet heeft opgevolgd, zag de AP tot nu toe af van handhaving. Dat kwam omdat er nog een gerechtelijke procedure liep bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Nu die is afgerond en de AP haar conclusies bevestigd ziet in de uitspraak, blijkt handhaving alsnog nodig.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde afgelopen juni dat de geldigheid van de richtlijn niet in het geding is, maar dat er wel moet worden voldaan de fundamentele mensenrechten. Daardoor moet de PNR-richtlijn zo worden geïnterpreteerd dat er belangrijke beperkingen gelden voor het verwerken van persoonlijke gegevens. Door de interpretatie van het Hof wordt de manier waarop EU-lidstaten PNR-gegevens mogen verwerken behoorlijk beperkt, aldus de Europese privacytoezichthouders verenigd in de EDPB.
De Autoriteit Persoonsgegevens riep de minister dan ook op om het verwerken van deze gegevens onmiddellijk in overeenstemming te brengen met de PNR-richtlijn en de uitspraak van het Hof. Dat betekent dat het ministerie de huidige verwerking aanzienlijk zal moeten beperken, tot alleen die verwerkingen die noodzakelijk en evenredig zijn voor de bestrijding van terrorisme en ernstige criminaliteit.
Minister Yesilgöz is nu met een reactie gekomen. Zo wordt de bewaartermijn aangepast van vijf naar drie jaar. Het Hof bepaalde dat een bewaartermijn van zes maanden noodzakelijk en proportioneel is, maar dat een langere bewaartermijn slechts beperkt is toegestaan waarbij de noodzakelijkheid leidend is. "Een algemene bewaartermijn van drie jaar past bij een interpretatie van de Hofuitspraak, waarbij de algemene bewaartermijn noodzakelijk is vanwege het feit dat opsporingsonderzoeken naar zware criminaliteit en terrorisme één tot drie jaar oude data nodig hebben en uit de praktijk blijkt dat dergelijke opsporingsonderzoeken een opstartfase van meerdere maanden behelst", aldus de minister.
Met de inperking van de bewaartermijn van vijf naar drie jaar, is de huidige dataverzameling niet meer in overeenstemming, de wet is namelijk sinds 18 juni 2019 van kracht. Dat betekent dat er nu al PNR-gegevens moeten worden vernietigd. Gegevens die op dit moment onderwerp zijn van een gerechtelijke procedure, waarbij gedurende het onderzoek PNR-gegevens zijn gevorderd, zullen niet worden verwijderd.
Verder heeft het Openbaar Ministerie naar aanleiding van de uitspraak van het Hof besloten om tijdelijk geen vorderingen meer door opsporingsambtenaren rechtstreeks bij de Passagiersinformatie-eenheid Nederland in te dienen, maar alleen na toetsing door een officier van justitie. Daarnaast is er een risicoanalyse uitgevoerd om te kijken voor welke intra-EU vluchten van en naar Nederlandse de verwerking van passagiersgegevens gerechtvaardigd is.
Voor de luchthavens die binnen deze selectie vallen, zal eind dit jaar de data van alle intra-EU vluchten van en naar deze luchthavens worden ontvangen door Passagiersinformatie-eenheid Nederland. Om ervoor te zorgen dat de eenheid niet meer informatie ontvangt dan de geselecteerde vluchten, zal de informatie van de luchtvaartmaatschappijen via een doorgiftepunt worden gefilterd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.