Het strafrecht alleen is geen oplossing voor cybercrime, het is daarom belangrijk dat burgers scherp zijn op het beschermen van hun gegevens, zo stelt het Openbaar Ministerie (OM) in het vandaag verschenen Jaarbericht 2022. Volgens het OM is het moeilijk een goed beeld te krijgen van de totale omvang van cybercriminaliteit. Wel vindt er een vermenging plaats met traditionele criminaliteit, aldus het Jaarbericht.
"Zo worden bij cybercriminelen regelmatig wapens gevonden. En criminele en statelijke actoren weten elkaar ook te vinden. Deze vermenging van actoren wordt in de hand gewerkt omdat kwaadwillenden relatief eenvoudig hun slag kunnen slaan. De crimineel die zelf niet over technische kennis beschikt, kan gebruik maken van ‘cybercrime as a service’", merkt het OM op.
Volgens het Jaarbericht is het moeilijk een goed beeld te krijgen van de totale omvang van cybercriminaliteit, omdat verschillende publieke en private partijen stukjes van de puzzel hebben en het uitwisselen van deze informatie wettelijk niet altijd mogelijk is. "Hoewel privacy en gegevensbescherming een groot goed zijn, helpt een beter beeld van deze criminaliteit om de schaarse capaciteit effectiever en efficiënter in te zetten."
Het Openbaar Ministerie verwacht ook het nodige van de Innovatiewet Strafvordering. Deze wet maakt het mogelijk om binnen het huidige Wetboek van Strafvordering voor een periode van twee jaar te experimenteren met nieuwe procedures. Zo mogen gegevensdragers nu ná inbeslagname doorzocht worden. Ook mogen berichten worden gelezen die daarna nog binnenkomen. Tevens mag de politie na de inbeslagname vanaf deze apparaten een "netwerkzoeking" verrichten, wat inhoudt dat zij ook de cloudomgeving van het apparaat mogen doorzoeken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.