De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) verwacht dat het de komende vijf jaar een andere rol zal krijgen. Stonden de afgelopen jaren in het teken van het begrijpen, uitleggen en toepassen van de AVG, de komende jaren zal de privacytoezichthouder vaker proactief optreden en meer explicietere en fundamentelere adviezen geven. Dat laat AP-voorzitter Aleid Wolfsen weten.

Volgens Wolfsen is het gegevensbeschermingsrecht in de digitale samenleving de hoeksteen van alle grondrechten. "Het bevat de basisvoorwaarden voor een vrij en open debat, waakt tegen discriminatoire besluitvorming, geeft garanties voor eerlijke procedures, beschermt het privéleven en garandeert de individuele autonomie." De AP-voorzitter stelt dat de privacytoezichthouder, als hoeder van de democratische rechtsstaat als het gaat om datagedreven processen, explicietere en fundamentelere adviezen bij wetgevingstrajecten zal geven.

Verder zal de Autoriteit Persoonsgegevens de komende jaren vaker proactief optreden, ambtshalve onderzoeken instellen en gegevensverwerkingsprocessen in het geval van misstanden al dan niet tijdelijk stopzetten, voegt Wolfsen toe. Een ander focuspunt wordt het toezicht op algoritmes. De AP wil zich als algoritmetoezichthouder de komende jaren niet alleen richten op de effecten van geautomatiseerde besluitvorming, maar ook onder de motorkap kijken: hoe worden algoritmes getraind, welke aannames zitten daarin verborgen en bij wie liggen de verantwoordelijkheden.

"Leven in een vrije en open samenleving kan betekenen dat algoritmes niet kunnen worden ingezet, dat de overheid juist meer investeert in menselijk contact, dat iedere burger op zijn eigen merites wordt beoordeeld en niet als onderdeel van een algoritmische groep", besluit Wolfsen zijn terugblik op vijf jaar AVG.