Het demissionaire kabinet is kritisch over een voorstel van de Europese Commissie om een acceptatieplicht van contant geld in de EU in te voeren. Volgens Brussel ligt de mogelijkheid om met contant geld te betalen en hier toegang toe te hebben onder vuur. Eurobiljetten en -munten zijn een wettig betaalmiddel, maar nergens is op EU-niveau duidelijk gemaakt wat deze status als wettig betaalmiddel precies inhoudt.
In sommige EU-lidstaten is geregeld dat contant geld bijvoorbeeld verplicht geaccepteerd moet worden bij een betaling, terwijl in andere lidstaten, waaronder Nederland, winkeliers op basis van contractuele vrijheid kunnen aangeven dat zij contante betalingen weigeren. Vanwege de onduidelijkheid van het begrip ‘wettig betaalmiddel’ en het afnemende gebruik van contant geld in de laatste jaren, heeft de Europese Commissie vorig jaar advies aan een expertgroep gevraagd.
Op basis van het adviesrapport is Brussel nu met een voorstel gekomen, met als doel de status als wettig betaalmiddel van eurobiljetten en -munten te verduidelijken, en de risico’s bij het afnemende gebruik van contant geld aan te pakken. In de kern gaat het om een acceptatieplicht voor contante betalingen, met een aantal uitzonderingen, en het eenvoudig toegang behouden tot contant geld.
De acceptatieplicht is niet van toepassing op aankopen van goederen en diensten op afstand, bijvoorbeeld online. Het voorstel bevat daarnaast twee uitzonderingen op de acceptatieplicht. Ten eerste kan contant geld worden geweigerd wanneer dit is gebaseerd op legitieme en tijdelijke gronden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het gaat dan bijvoorbeeld om een betaling van een klein bedrag met een grote coupure, of een tijdelijk gebrek aan wisselgeld.
Ten tweede mag contant geld worden geweigerd als voorafgaand aan de betaling de winkel een ander betaalmiddel is overeengekomen met de betaler. Het eenzijdig weigeren van contant geld, zoals nu soms bijvoorbeeld wordt gedaan via een “pin-only”-sticker, mag niet. De Commissie krijgt de bevoegdheid om via gedelegeerde handelingen aanvullende uitzonderingen op de acceptatieplicht vast te stellen.
Daarnaast introduceert de Europese Commissie in het voorstel een plicht voor lidstaten om te zorgen voor een voldoende en doeltreffende toegang tot contant geld op hun grondgebied, bijvoorbeeld via bankkantoren of geldautomaten. Brussel stelt verder voor dat de lidstaten een bevoegde autoriteit aanwijzen. Die moet de naleving van de acceptatieplicht, het niveau van eenzijdige uitsluitingen van contant geld en de toegang tot contant geld monitoren, beoordelen en hierover jaarlijks rapporteren aan de Commissie en de Europese Centrale Bank.
De bevoegde autoriteit moet verder de ‘benodigde bevoegdheden’ krijgen met betrekking de acceptatie van en toegang tot contant geld. Ook moeten de nationale bevoegde autoriteiten een klachtenregeling opzetten over de acceptatie en toegang tot contant geld. Als een lidstaat vaststelt dat de verplichte acceptatie van, of de toegang tot, contant geld onvoldoende is, dan is het voorstel dat de lidstaat maatregelen neemt om die op peil te brengen en te houden.
Het voorstel legt ook een verband met de digitale euro. Vanwege de verplichte acceptatie van zowel contant geld als de digitale euro, moeten de digitale euro en eurobankbiljetten en –munten tegen elkaar inwisselbaar zijn.
Nederland kent op dit moment geen wettelijke plicht om contant geld te accepteren. Zo kunnen winkels, mits zij dit duidelijk aangeven met bijvoorbeeld een sticker of bordje, eenzijdig aangeven dat zij alleen pinbetalingen accepteren. Volgens het kabinet moet contant geld goed beschikbaar zijn en algemeen geaccepteerd blijven. Het kabinet kan zich echter niet helemaal in de plannen van Brussel vinden.
Zo vindt het kabinet dat de voorgestelde acceptatieplicht proportioneel en uitvoerbaar moet zijn voor winkels. "Naar de mening van het kabinet is dit in het huidige voorstel niet het geval. Daarnaast is het kabinet van mening dat het Commissievoorstel onvoldoende duidelijk is, waarbij het kabinet nog veel vragen heeft over de reikwijdte van de acceptatieplicht. Ook is het kabinet kritisch op de verregaande bevoegdheden die de Commissie aan zichzelf wil toekennen om (direct) in te grijpen in lidstaten", zo stelt het kabinet in een fiche over het voorstel gericht aan de Tweede Kamer. Wanneer Brussel een nieuw wetsvoorstel presenteert ontvangt de Kamer vaak een fiche, met een samenvatting over de inhoud van het voorstel en de mogelijke gevolgen hiervan voor Nederland.
Daarnaast is het volgens het kabinet onduidelijk welke transacties en betalingen onder de reikwijdte van het voorstel vallen. De acceptatieplicht lijkt te gaan gelden voor betalingen aan de (fysieke) kassa. Onduidelijk is echter of de acceptatieplicht ook toeziet op andere betalingsverplichtingen, in het bijzonder betalingsverplichtingen van of aan overheden. Het kabinet twijfelt aan nut en noodzaak van een acceptatieplicht van contant geld voor deze betalingsverplichtingen, bijvoorbeeld belastingschulden en verkeersboetes. Dit zou tot hogere uitvoeringslasten leiden.
Tevens stelt het kabinet dat het onduidelijk is welke vrijheid lidstaten hebben om zelf aanvullende uitzonderingen op de acceptatieplicht te introduceren en krijgt de Commissie in het voorstel zelf de mogelijkheid om aanvullende uitzonderingen te introduceren, zonder dat duidelijk is wat die inhouden. "Hierdoor is het mandaat dat aan de Commissie wordt toegekend om de uitvoeringshandelingen op te stellen onduidelijk", zo laat het kabinet weten.
Binnen de Europese Raad zijn er nog verschillende vragen en onduidelijkheden, bijvoorbeeld over de uitzonderingen op de acceptatieplicht en de ruimte voor lidstaten hierin, zo staat in het fiche vermeld. Ook over de positie van het Europees Parlement is eveneens nog geen duidelijkheid.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.