Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: Ik las bij de ING Bank dat je bij (bedoeld of onbedoelde) fraude nergens meer een bankrekening krijgt, ook als minderjarige. Is dit legaal? En hoe moet een kind dat dan de rest van zijn leven oplossen in een digitale wereld? Kan dit niet verkroppen!
Antwoord: Inderdaad, op de aangehaalde site vermeldt de ING bank dat wie betrapt wordt op geldezelen daar een stevige consequentie voor kan verwachten: “Je rekening wordt geblokkeerd, je kunt nergens meer een bankrekening openen.”
Dat is natuurlijk extreem heftig, zonder bankrekening sta je min of meer buiten de maatschappij. Je kunt nergens werken, want salaris moet verplicht op een bankrekening betaald (art. art 7:620 BW). Ook uitkeringen of toeslagen ga je niet contant krijgen.
Is er een wettelijke regeling voor zo’n extreme stap? Het Kifid legt in keurige taal de juridische kaders uit, inclusief dat het om een ernstige verdenking van fraude moet gaan, dat sprake moet zijn van proportionaliteit en subsidiariteit enzovoorts, maar noemt geen wetsartikelen. Maar als je het helemaal terugzoekt, dan gaat het echt om zelfregulering en niets meer.
Op zich mag dat. Fraudebestrijding is een zwaarwegend bedrijfsbelang in de financiële wereld. En er is een keurig uitgewerkt protocol dat keurig binnen de lijntjes van de AVG blijft, en bovendien wordt gesteund door een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens omdat het gaat om strafrechtelijke persoonsgegevens.
Als je dat protocol volgt, dan is het inderdaad in theorie mogelijk dat je bij het strafbaar feit “medeplichting aan oplichting” door het uitlenen van je bankrekening uitkomt tot een signalering die leidt tot acht jaar uitsluiting. Maar die maatregel moet wel proportioneel zijn, dus gemotiveerd en een gepaste maatregel gezien de omstandigheden.
Volgens het protocol dan, want in de praktijk lijkt dit allemaal wat sneller en makkelijker te gaan dan voornoemde juridische paragraaf doet suggereren. Dat staat dan weer op gespannen voet met de leveringsplicht van banken om een basisrekening voor consumenten beschikbaar te stellen (art. 4:71f Wet op het Financieel Toezicht).
De Hoge Raad oordeelde in 2021 (via) dat banken inderdaad een vérgaande zorgplicht hebben, zowel voor consumenten als voor bedrijven:
Het hof heeft terecht tot uitgangspunt genomen dat op banken op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van niet-consumenten, de verplichting kan rusten een betaalrekening aan te bieden (vgl. voor consumenten art. 4:71f Wft). Het heeft daarbij eveneens terecht zwaar laten wegen dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren. De onderdelen 1.1-1.3 falen daarom.
Het oordeel luidt dat banken wel mogen weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s, maar dat dit een concrete belangenafweging eist die niet te makkelijk mag uitkomen bij het geheel blokkeren of weigeren van een bankrekening. Als er een alternatief is, dan moet dat eerst worden geprobeerd. In die zaak was de reden bijvoorbeeld zorg over witwassen van contant geld; een proportioneel alternatief is dan dat er geen cash meer mag worden gestort.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.