De alcoholmeter die de regering wil inzetten bij mensen met een alcoholverbod maakt een grotere inbreuk op grondrechten dan uit de toelichting bij het wetsvoorstel blijkt. Dat stelt de Raad van State. Eerder adviseerde de Autoriteit Persoonsgegevens nog tegen het wetsvoorstel dat de inzet van een alcoholmeter bij mensen met een alcoholverbod mogelijk maakt.
Het kabinet wil dat verdachten of veroordeelden, aan wie een alcoholverbod is opgelegd, kunnen worden verplicht om een alcoholmeter te dragen. Dit is een vaste enkelband die via zweet op de huid metingen doet. Als dat het geval is, dan krijgt de reclassering via de Amerikaanse fabrikant van de alcoholmeter daarvan een melding. De reclassering kan dan vervolgens actie ondernemen, door bijvoorbeeld de betrokkene uit te nodigen voor een gesprek of het Openbaar Ministerie op de hoogte te stellen van het schenden van de voorwaarde.
"Veel geweldsdelicten worden onder invloed van alcohol gepleegd. Het strafrecht biedt als mogelijkheid om de schadelijke effecten van (overmatig) alcoholgebruik tegen te gaan onder meer de oplegging van een alcoholverbod als bijzondere voorwaarde", aldus een uitleg van het kabinet over het wetsvoorstel. De regering verwacht met de alcoholmeter effectiever toezicht te kunnen houden op het opgelegde alcoholverbod. Daarbij wijst het ook naar een in Nederland uitgevoerde pilot en onderzoek uit het buitenland.
Volgens de Raad van State moeten de resultaten van de pilot voorzichtig worden geïnterpreteerd, omdat hieraan slechts een kleine groep mensen op vrijwillige basis meedeed. De pilot ging bovendien niet over het alcoholgebruik of delictgedrag op de lange termijn. Bij buitenlands onderzoek moet goed gekeken worden of dit onderzoek wel past in de Nederlandse context. De Raad van State adviseert de regering om de verwachtingen over de effectiviteit van de alcoholmeter te nuanceren of beter te onderbouwen in de toelichting bij het wetsvoorstel.
Tevens stelt de Raad van State dat de inzet van de alcoholmeter als controlemiddel tot een grotere inbreuk op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het recht op onaantastbaarheid van het lichaam en het recht op bewegingsvrijheid leidt dan de toelichting van de regering bij het wetsvoorstel doet voorkomen. Volgens de toelichting is de inbreuk op de lichamelijke integriteit minder ingrijpend in vergelijking met urinecontroles en bloedonderzoek omdat de alcoholmeter niet invasief in het lichaam is.
De alcoholmeter leidt echter tot een continue inbreuk op de lichamelijke integriteit, terwijl de urinecontrole twee of drie keer per week plaatsvindt. Daarnaast kan de ‘24/7’-controle door de alcoholmeter mentaal belastend zijn en fysieke ongemakken opleveren. Zo mag de betrokkene niet in bad of zwemmen, mag hij geen contactsporten uitoefenen en moet hij op vaste tijden thuis zijn zodat de gegevens van de enkelband kunnen worden doorgegeven aan de reclassering.
Volgens de Raad is erbij de alcoholmeter dan ook sprake van een grotere inbreuk en moet de regering de aanvaardbaarheid van deze inbreuk in de toelichting bij het wetsvoorstel beter motiveren. "Naarmate de inbreuk op grondrechten groter is, worden echter hogere eisen gesteld aan de beoordeling van de proportionaliteit en subsidiariteit van het middel."
Bij het gebruik van de alcoholmeter worden bijzondere persoonsgegevens verwerkt die extra beschermd moeten worden. "Opvallend is dat de Amerikaanse fabrikant van de alcoholmeter een belangrijk deel van deze gegevens verwerkt", aldus de Raad. "Het doorgeven van persoonsgegevens vanuit de Europese Unie naar de Verenigde Staten is niet onomstreden." De Raad van State heeft daarom vragen over de manieren waarop de bescherming van persoonsgegevens zal worden gewaarborgd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.