Burgers die tijdens gewapende conflicten digitaal meestrijden zouden geen civiele doelen moeten aanvallen en geen malware moeten inzetten die zich automatisch kan verspreiden, zo vindt het Rode Kruis. Volgens het International Committee of the Red Cross (ICRC) komt het steeds vaker voor dat burgers zich op digitale wijze met gewapende conflicten gaan bemoeien.
Het Rode Kruis noemt dit een zorgwekkende trend, omdat dergelijke aanvallen schade aan civiele doelen kunnen toebrengen. Daarnaast kan de infrastructuur die de hacktivisten gebruiken een doelwit van de tegenpartij worden, wat ook weer gevolgen voor anderen kan hebben. Daarnaast zorgt de betrokkenheid van hacktivisten ervoor dat de grens tussen burgers en strijders vervaagd.
"Cyberspace is geen wetteloze plek - zelfs oorlogen hebben grenzen", aldus het ICRC dat acht regels voor hacktivisten heeft opgesteld. Die zouden zich niet moeten bezighouden met het aanvallen van civiele doelen, of malware moeten inzetten die zich automatisch kan verspreiden en zowel civiele als militaire doelen kan beschadigen. Verder moeten hacktivisten geen aanvallen tegen medische en humanitaire instellingen uitvoeren en moet er geen terreur onder de bevolking worden verspreid. Het ICRC wil dat hacktivisten zich aan deze regels houden, ook al doet de vijand dat niet.
Het Rode Kruis stelt aanvullend dat 'hackers niet in cyberspace leven' en het aan staten is om beperkingen te stellen. Regeringen zouden de hacktivisten in hun land dan ook in toom moeten houden. Daarbij zijn staten verantwoordelijk voor de daden die hacktivisten voor hen uitvoeren. Ook moeten landen ervoor zorgen dat burgers zich niet met dergelijke aanvallen bezighouden en zijn staten verplicht om oorlogsmisdrijven te vervolgen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.