Door Anoniem: Wat wel een interessante vraag met zich mee brengt, in hoeverre die documentaire bij heeft gedragen aan het vergroten van de verspreiding en daarmee aan de impact die het OM nu aan de verdachte toedicht. Ik had voor deze documentaire niet van het filmpje gehoord, dus daarmee is de impact vergroot. Daarnaast weet iedereen die van de documentaire heeft gehoord of gezien dat het filmpje fake is En zij is het dus niet en kan haar privacy niet zijn aangetast hooguit haar goed naam, maar dat is mee smaad en laster....
het is zeer onduidelijk op basis van bestaande wettelijk gronden de verdachte is aangeklaagd, schijnbaar is dat Artikel 139h [Vervaardigen afbeelding van seksuele aard], maar of dat hier van toepassing is, is maar even de vraag (zie ook het nieuws artikel op tweakers en de discussie aldaar)
De discussie op Tweakers (
https://tweakers.net/nieuws/214768/om-eist-taakstraf-voor-verdachte-die-deepfakeporno-van-npo-presentatrice-maakte.html) is inderdaad leuk, er doet daar iemand mee die juridisch denkt (@DutchManticore).
Even ervan uitgaande dat het wenselijk is dat het plaatsen van dergelijke deepfakes door middel van handhaving door de
overheid wordt tegengegaan, zie ik als leek op dit moment in grote lijnen vier juridische benaderingen die je zou kunnen overwegen:
(1) aangifte van smaad (artikel 261 Wetboek van Strafrecht)
(2) artikel 139h Wetboek van Strafrecht (strafbaarstelling van het "wederrechtelijk" vervaardigen van afbeeldingen van seksuele aard, dan wel het verspreiden daarvan);
(3) tegengaan van aantastingen van de privacy (AVG, artikel 8 EVRM);
(4) handhaving op grond van het tegengaan van de verspreiding van "desinformatie" op "(very large) online platforms" (DSA).
Alle vier de benaderingen lijken me in dit geval problematisch.
Ad (1) Smaad. In het Wetboek van Strafrecht staat:
Titel XVI. Belediging
Artikel 261
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Dit roept de vraag op of de maker van de deepfake-video "opzettelijk" de eer of goede naam van de presentatrice heeft aangetast (of "aangerand"). Dergelijke opzet blijkt niet uit het nieuwsbericht. En het lijkt of het effect van de hele kwestie alleen maar positief is geweest voor de naamsbekendheid en status van de presentatrice, mede dankzij de manier waarop zij er zelf mee is omgegaan (de documentaire).
Ad (2) Seksuele afbeelding. Zie vooral de discussie op Tweakers. De maker van de deepfake heeft twee afbeeldingen (of eigenlijk: reeksen afbeeldingen, het was een video) met plak- en knipwerk gecombineerd. Dit roept de vraag op of hij daarmee een seksuele afbeelding heeft "vervaardigd". Ik zou geneigd zijn te zeggen van wel, omdat er voorheen geen seksuele afbeelding bestond die gelinkt kon worden aan presentatrice Welmoed Sijtsma, en nu wel. De vraag is dan vervolgens of deze afbeelding "wederrechtelijk" is vervaardigd. Ik denk dat dat niet het geval is. De maker heeft reeds publieke beelden van het internet geplukt. Hij is bijvoorbeeld niet de woning van Sijtsma binnengedrongen om daar heimelijk foto's te maken. Als de met publieke beelden gemaakte afbeelding alleen was gebruikt "in eigen huiselijke kring", dan zou ik niet weten waarom het wederrechtelijk was.
Het verspreiden (openbaar maken) van de afbeeldingen is een andere zaak. Daar lijkt als rechtsgrond voor vervolging uiteindelijk alleen artikel 139h lid 2 onder b WvS over te blijven:
"Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft: (...) b. hij die van een persoon een afbeelding van seksuele aard openbaar maakt, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn."De vraag is dan of de maker "wist" dat dit voor de presentatrice "nadelig kon zijn". Heel ruim genomen weet je bij publicatie van elke foto of afbeelding dat die voor de personen die erop staan of die ermee aangeduid worden, nadelig "kan" zijn. Elke krantenfoto van een politicus, een popster of een mediapersoonlijkheid kan(!) voor diegene nadelig zijn - om uiteenlopende redenen. Dit wetsartikel zegt eigenlijk dat dit alomtegenwoordige risico van nadeel NIET acceptabel is, zodra het om een afbeelding "van seksuele aard" gaat. Nadeel als gevolg van andersoortige afbeeldingen wordt door de wetgever mogelijk wèl acceptabel geacht.
Even logisch doordenkend leidt dit ertoe dat een cartoon waarop een politicus als hondendrol of met een legeruniform uit de periode 40-45 wordt afgebeeld, wel door de beugel kan, terwijl een afbeelding waarop een politicus als prostitué(e), of met een groot decolleté of slechts gekleed in netpanties en een stropdas wordt afgebeeld, strafbaar is. Een slimme cartoonist zorgt er dan voor dat de punt van de stropdas toevallig precies voor de schaamstreek valt en die daarmee aan het zicht onttrekt, waardoor er zogenaamd niet van "een afbeelding van seksuele aard" sprake is. Dit is een oude truc die Katholieke autoriteiten al eeuwen geleden toepasten, maar dan met vijgebladeren.
E.e.a. roept bij mij een beeld op van een wetgever met een verkrampte, negentiende eeuwse houding ten aanzien van seksualiteit. Over de hele wereld zijn trouwens verreweg de meeste wetgevers veel angstiger voor het tonen van seksualiteit dan voor het tonen van het meest afschuwelijke (oorlogs)geweld. Ik vind dat problematisch. Maar ik zal hier niet ingaan op de wijdverbreide psychische misvormingen die aan die selectieve angst ten grondslag liggen. Dit is nu eenmaal de wet. En ook een rechter die zelf niet psychisch misvormd is, moet toch de wet toepassen.
Ad (3) Privacy. Een beroep op het recht op privacy (eerbiediging van het privéleven) lijkt me in dit geval niet haalbaar. Immers: a) er zijn geen persoonsgegevens van de presentatrice geroofd, omdat de afbeelding van haar gezicht reeds publiek was; en b) de deepfake-video vormde geen inbreuk op haar privéleven in ruimere zin, omdat die video alleen haar gezicht liet zien, dat al lang publiek bekend was, door haar eigen toedoen.
Dat iets vervelende
consequenties kan hebben voor je privéleven, betekent nog niet dat het een aantasting van je privacy is. Als ik op de televisie live een bom zie vallen op het huis van een dierbaar familielid, en ik houd daar een trauma aan over, dan kan dat enorm ingrijpende consequenties hebben voor mijn privéleven, maar het is geen aantasting van mijn privacy.
Een smadelijk artikel over mij in een krant is, zolang het geen privézaken over mij onthult, geen aantasting van mijn privacy. Het is smaad, en als het om een krant gaat (dus niet om een particuliere dader), kan ik wellicht een beroep doen op klachtrecht, een journalistieke code, een redactiestatuut of tuchtrecht dat iets dergelijks verbiedt.
Ad (4) Desinformatie. Nu de DSA (Digital Services Act) in de hele EU in werking is getreden, kan een dergelijke deepfake-video misschien aangemerkt worden als desinformatie, omdat de maker er niet bij had gezet dat het om een montage ging. Anderzijds, bij een schilderij van Picasso of Van Gogh hoeft er ook niet bij te staan dat het om schilderkunst gaat. Van het publiek mag verwacht worden dat die het onderscheid begrijpt tussen levende mensen en ambachtelijke weergaves van mensen.
Maar goed, als we even aannemen dat de deepfake-video door een gretige inquisiteur (pardon, een ijverige EU-rechter) beschouwd wordt als "desinformatie", omdat het grote publiek op dit moment nog onvoldoende gewend is aan AI, dan blijkt vervolgens dat niet de privépersoon die deze desinformatie heeft geproduceerd, daarop door de overheid kan worden aangesproken, maar alleen de "online platforms" die de betreffende desinformatie toelaten op hun platform, met andere woorden: de online platforms die deze desinformatie publiceren.
In dit verband valt het met op dat het wereldwijd zeer veel bezochte platform "p*rnh*b" niet voorkomt op de door de EU ten behoeve van de DSA opgestelde lijst van "very large online platforms".
Een volgende vraag is dan of er nog steeds sprake is van "desinformatie" als een platform de betreffende video publiceert met de vermelding erbij dat het om een montage gaat waarbij het gezicht van de presentatrice op het hoofd van een porno-actrice is aangebracht. Is het dan niet gewoon kunst, vergelijkbaar met het urinoir uit 1917 van Elsa von Freytag-Loringhoven dat ten onrechte de misleidende titel "Fountain" meekreeg (desinformatie!).
Fountain was een industrieel vervaardigd urinoir, dat in 1917 anoniem als kunstwerk werd ingezonden voor een expositie in New York. Deze exponent van het Dadaïsme is lange tijd aan Marcel Duchamp toegeschreven, maar inmiddels wordt, aan de hand van brononderzoek, aangenomen dat het werk is gemaakt door de Duitse kunstenares Elsa von Freytag-Loringhoven die het aan Duchamp cadeau deed. In 2004 werd Fountain door een panel van vijfhonderd zogenaamde kunstkenners verkozen tot invloedrijkste kunstwerk van de twintigste eeuw.
Bron:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fountain_(kunstwerk)M.J.