De Amerikaanse autoriteiten betalen telecomprovider AT&T zodat opsporingsdiensten de telefoongegevens van klanten kunnen doorzoeken, vaak zonder gerechtelijk bevel, zo stelt de Amerikaanse senator Ron Wyden. Die heeft de Amerikaanse procureur-generaal Merrick Garland nu gevraagd om informatie over het 'Hemisphere' telefoonsurveillanceprogramma openbaar te maken. Met het programma kunnen opsporingsdiensten grote hoeveelheden Amerikaanse telefoongegevens doorzoeken, meestal zonder gerechtelijk bevel, stelt Wyden.
De telefoongegevens gaan terug tot 1987 en elke dag worden er vier miljard nieuwe 'records' aan toegevoegd. In 2013 maakte The New York Times het bestaan van het surveillanceprogramma openbaar. Hetzelfde jaar besloot het Witte Huis de financiering ervan stop te zetten. Volgens Wyden wordt het programma met federaal overheidsgeld betaald, maar komt het via een obscuur beursprogramma bij AT&T terecht, waardoor het geen verplichte federale privacycontrole hoeft te ondergaan. Via het programma zouden diensten andere telefoonnummers gebruikt door een doelwit kunnen achterhalen, alsmede locatiegegevens en gespreksgegevens van iedereen die met het doelwit belde.
Hoewel het Witte Huis de financiering in 2013 stopzette, bleef het programma onder een andere programmanaam overheidsgeld ontvangen. In 2017 werd de oorspronkelijke financiering hervat en in 2021 gepauzeerd, om vorig jaar weer te worden hervat. Wyden zegt dat hij zich ernstig zorgen maakt over de rechtsgeldigheid van het surveillanceprogramma. Eerder verstrekte documenten bevatten volgens de senator 'zorgwekkende' informatie die veel Amerikanen boos zou maken. Doordat de informatie als 'Law Enforcement Sensitive' is aangemerkt mag die niet openbaar worden. Wyden wil nu dat het Amerikaanse ministerie van Justitie de documenten wel openbaar maakt.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.