Bijna de helft van de Nederlanders maakt zich zorgen over cyberdreigingen en driekwart acht het waarschijnlijk dat cyberdreigingen zich in Nederland zullen voordoen, zo blijkt uit de vandaag verschenen Risico- en Crisisbarometer, het publieksonderzoek van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over cyberdreigingen is ten opzichte van de vorige meting begin dit jaar licht gestegen, van 44 naar 46 procent.
Deelnemers aan het onderzoek werd ook per risico en dreiging gevraagd hoe ze hun kennis inschatten, op een schaal van 1 tot 7. Dan geeft zeventien procent aan geen kennis over cyberdreigingen te hebben. Tevens vindt 41 procent van de ondervraagden dat de overheid te weinig doet om cyberdreigingen tegen te gaan. Vorig jaar adviseerde de NCTV nog dat burgers een noodpakket in huis moeten hebben voor het geval een cyberaanval het land platlegt.>
Van de ondervraagden geeft driekwart aan dat ze geen actie ondernomen hebben om beter voorbereid te zijn op risico’s en dreigingen. Een op de vijf ondernam wel actie. Het aandeel dat actie ondernam, is sinds de voorjaarsmeting van 2022 gedaald (van 33 procent, naar 23 procent naar 18 procent), maar is sinds de meting van begin dit jaar stabiel.
Nederlanders die informatie opzoeken ondernemen vaker actie dan inwoners die dat niet deden. Inwoners konden door middel van een open vraag aangeven welke actie zij ondernamen. Zo heeft een deel een noodvoorraad aangelegd, zoals voedsel, drinkwater, medicatie, batterijen, aggregaat en voedsel. Om online dreigingen tegen te gaan nemen inwoners maatregelen zoals een goede online beveiliging, voldoende back-ups van data, of het opslaan van data op externe harde schijven.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.