Door Anoniem: Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Door Anoniem: (...) Het geeft maar weer aan dat de Europese AVG een wassen neus is. In theorie hebben burgers rechten, maar in de praktijk gebeurt er niets want de overheid heeft geen geld over voor handhaving. Dus vandaar die armlastige toezichthouder (in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens) (...).
Op zich mee eens. Maar het ligt niet alleen aan de overheid die de AVG saboteert door te weinig geld voor handhaving beschikbaar te stellen. Een andere, mogelijk nog belangrijkere factor is dat rechters de AVG niet interpreteren zoals oorspronkelijk de bedoeling was (althans in naam), maar meebuigen in de richting van interpretaties waarmee datagraaiers worden gefaciliteerd.
Omdat de rechtspraak ondertussen formeel wel onafhankelijk is, kan de feitelijke collusie van rechters met datagraaiers niet met behulp van formele acties richting rechters worden gerepareerd. Er is dus wetgeving nodig die dergelijke datagraai-faciliterende interpretaties expliciet uitsluit (d.w.z. verbiedt). Pas dan zullen onze in naam "onafhankelijke" rechters hun oren wat minder laten hangen naar datagraaiers bij overheden en grote bedrijven.
M.J.
Hoort wetgeving niet zo duidelijk en waterdicht te zijn dat burgers niet voor elk wissewasje naar de rechter (of het AP) hoeven te stappen. Dat is nu echter wel de situatie.
Dus pak dan het probleem bij de bron aan en maak de wetgeving sluitend. Bv door veeeeeel meer te vebieden zonder uitzonderingen.
Zes mogelijke verbeteringen zouden zijn om bijv. in de UAVG (Nederlandse uitvoeringswet voor de AVG) het volgende op te nemen:
1. Een "overeenkomst" (contract) zoals bedoeld in de AVG is altijd een door alle deelnemende partijen vrijwillig en dus met ondubbelzinnige instemming overeengekomen contract. Dit is een beperktere definitie dan die in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, waar bijvoorbeeld ook eenzijdig door een monopolistisch bedrijf opgestelde algemene voorwaarden gelden als "overeenkomst". Op die manier wordt tot op heden de bedoeling van de AVG omzeild dat er voor legale verwerking van persoonsgegevens ofwel sprake moet zijn van instemming van de betrokkene (de burger), ofwel sprake van een aantoonbare noodzaak of gerechtvaardigd belang. Immers, op dit moment kan er volgens Nederlandse rechters ook sprake zijn van algemene voorwaarden die door een grote, machtige organisatie met willekeur worden opgelegd aan burgers, als rechtvaardiging voor een inbreuk op hun privacy. Dat vinden Nederlandse rechters oké.
2. Indien een verwerkingsverantwoordelijke zich beroept op de "noodzaak" van een bepaalde gegevensverwerking voor een bepaald doel, zonder instemming van de betrokkene, dan moet het wel gaan om een doel dat voldoet aan de voorwaarde in artikel 8, tweede lid van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), namelijk dat het nastreven van dat doel "noodzakelijk" moet zijn "in een democratische samenleving". Op dit moment is het nog zo dat Nederlandse rechters het goedkeuren als organisaties willekeurige, vage doelen stellen die volgens hen gegevensverwerking noodzakelijk maken, zonder serieuze onderbouwing waarom het nastreven van die doelen in die specifieke situatie noodzakelijk is in een democratische samenleving.
3. In de UAVG zou kunnen worden opgenomen dat met "welbepaald en uitdrukkelijk omschreven" onder andere wordt bedoeld dat een doel èn de omwille van dat doel gepleegde gegevensverwerking betrekking moeten hebben op één of meer specifieke fysieke locaties (stilstaand of bewegend, zoals bij een vervoermiddel) waar een betrokkene (een burger) zich kan bevinden, waarbij voor elk van die locaties aantoonbaar moet zijn dat
- het betreffende doel ook dáár voldoet aan ofwel het criterium van noodzakelijkheid in een democratsche samenleving, ofwel aan het criterium van vrijwillige instemming van de betrokkene; en
- de betreffende gegevensverwerking voor wat betreft die specifieke betrokkene ook dáár noodzakelijk is voor het nastreven van het betreffende doel.
Zoals het tot op heden gaat, kan een organisatie simpelweg zeggen dat het met het oog op "veiligheid" of "efficiëntie" of "klantvriendelijkheid" of "fraudebestrijding" nodig is om allerlei gegevens van iedereen te verwerken, zonder dit op enige wijze serieus en specifiek te onderbouwen. Er worden dan bijv. persoonsgegevens verzameld in alle Nederlandse bussen, terwijl het slechts op een zeer beperkt aantal buslijnen noodzakelijk is. Nederlandse (en vermoedelijk ook andere) rechters wuiven dat blind door en laten op die manier duizenden vossen binnen in miljoenen kippenhokken.
4. In de UAVG zou een limitatieve opsomming kunnen worden opgenomen van vormen van "gerechtvaardigd belang" (zoals bedoeld in art. 6 lid 1 onder f AVG) waarbij zonder instemming van de betrokkene diens persoonsgegevens kunnen worden verwerkt. Op dit moment is "gerechtvaardigd belang" een soort open einde regeling waarmee elke gegevensverwerking door een particuliere persoon of organisatie kan worden gerechtvaardigd als zo'n organisatie op subjectieve gronden meent daarbij een gerechtvaardigd belang te hebben. Als het door een rechter maar "proportioneel" wordt gevonden (zie verderop onder 6.).
5. Het criterium "subsidiariteit" (d.w.z. dat als hetzelfde doel op een minder privacy-invasieve manier kan worden bereikt, die minder privacy-invasieve manier moet worden gekozen) wordt op dit moment niet serieus genomen door verwerkingsverantwoordelijken, de toezichthouder en de rechters. In de UAVG zou daarom een clausule moeten worden opgenomen die de bewijslast voor subsidiariteit nog eens uitdrukkelijk bij de verwerkingsverantwoordelijke legt. Eigenlijk staat dit al in de AVG (artikel 5 lid 2 AVG), maar rechters negeren dat tot op heden.
6. Het wettelijke criterium "proportionaliteit" wordt tot op heden door rechters op volstrekt subjectieve manier geïnterpreteerd, als een soort mafia-kus die aan projecten wordt gegeven die een rechter om haar/hem moverende redenen wel bevallen. Dit criterium zou ofwel een serieuze definitie moeten krijgen, ofwel moeten worden afgeschaft omdat het in de praktijk geen andere functie heeft dan het retorisch witwassen van nodeloze aantastingen van privacy (de rechter stelt simpelweg dat het "proportioneel" is). Door het criterium af te schaffen, zou de aandacht niet langer afgeleid worden van andere, wel serieuze criteria en zou "proportionaliteit" niet langer als fake-excuus voor privacy-schendingen kunnen dienen.
(Zo'n afschaffing zou kunnen door in de UAVG expliciet op te nemen dat de "proportionaliteit" nooit een grond kan zijn om gegevens wèl te verwerken, of door het criterium uit de AVG te verwijderen. Dit laatste zal nooit gebeuren, want dan zou het Europese juridische establishment moeten toegeven dat deze keizer geen kleren aan had.)
M.J.