De rechtbank Noord-Holland heeft een man die verdacht werd van een inbraak vrijgesproken omdat het dna-materiaal dat is gebruikt voor het bewijs, onrechtmatig is verkregen. De verdachte werd begin dit jaar met zijn advocaat in een spreekkamer van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem voorgeleid bij de rechter-commissaris, omdat hij verdacht werd van een overval een paar dagen eerder.
De officier van justitie had vooraf gemeld dat een forensisch arts dna-materiaal van de verdachte zou afnemen. De verdachte liet weten dat hij niet mee zou werken aan de afname van zijn wangslijmvlies. Ondanks herhaald aandringen en de mededeling dat geweld zou worden gebruikt bij weigering, bleef de verdachte weigeren mee te werken. Daarop is de verdachte door agenten van de parketpolitie tegen de grond gewerkt en onder controle gebracht, zodat een forensisch arts het wangslijmvlies kon afnemen.
Bij het onder controle brengen werd de verdachte op de grond gefixeerd en onder meer hard op zijn wang geduwd, zodat hij zijn mond open deed. De rechtbank stelt dat het dna-materiaal van de verdachte onrechtmatig is verkregen. De wet schrijft voor dat een verdachte in bepaalde gevallen verplicht is om mee te werken aan een bevel tot afname van zijn dna-materiaal. Als de verdachte zich hier echter tegen verzet, moet bloed of haarwortels worden afgenomen, eventueel met gebruik van geweld.
Bij het afnemen van wangslijmvlies mag juist geen geweld worden gebruikt, omdat dat een te grote inbreuk op het lichaam oplevert. De rechtbank vindt deze gang van zaken dusdanig ernstig, dat de resultaten van het dna-onderzoek niet meer gebruikt mogen worden voor het bewijs. "Zonder wettelijke basis is een inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit en het lichamelijk welbevinden van de verdachte, hetgeen in ieder geval een ernstige inbreuk op artikel 8 EVRM oplevert", zo staat in het vonnis.
De rechter voegt toe dat aan de betreffende wettekst specifiek is toegevoegd dat er bij verzet van de verdachte geen wangslijmvlies mag worden afgenomen, omdat dit “buitengewoon problematisch” kan zijn. "De overheid dient zich bij uitstek te houden aan de voorschriften voor de toepassing van geweld, mede gelet op het aan overheidsdienaren toevertrouwde geweldsmonopolie", aldus de rechter. "Het nadeel dat de verdachte heeft ondervonden is dan ook evident."
"De verdachte heeft zonder wettelijke basis geweld moeten dulden om hem te dwingen vanuit zijn mondholte dna materiaal af te staan en hij heeft daardoor pijn ondervonden. Deze wijze van het onder controle brengen en houden van de verdachte om bij hem uit zijn mond een monster te verkrijgen, levert aanzienlijke risico’s op voor het lichamelijke welzijn",ging de rechter verder. Door het dna-materiaal als bewijs uit te sluiten wil de rechtbank ook voorkomen dat opsporingsambtenaren in de toekomst vergelijkbaar onrechtmatig optreden.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.