Slachtoffers van online oplichting hebben al een aantal jaren de mogelijkheid om gegevens van de vermeende oplichter bij hun bank op te vragen, zodat ze de geleden schade via bijvoorbeeld een deurwaarder kunnen verhalen, maar hier wordt in de praktijk weinig gebruik van gemaakt, zo liet Pointer vorige week weten. GroenLinks-PvdA wil nu opheldering van minister Van Weel van Justitie en Veiligheid.
Via de Begunstigde bij niet-bancaire Fraude (PNBF)-procedure kunnen slachtoffers naam, adres en woonplaats van de vermeende oplichter opvragen. Vervolgens kunnen slachtoffers de oplichter aansprakelijk stellen en via een civiele procedure proberen het geld terug te krijgen. Vaak zijn de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG), Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en Aansprakelijkgesteld Nederland bij het proces betrokken.
"Ik had verwacht dat vanaf 2021 tienduizenden slachtoffers bij ons zouden aankloppen", zegt Rick van der Rest van de LAVG tegenover Pointer. Zowel de LAVG, SODA als Aansprakelijkgesteld Nederland geven aan dat er nauwelijks van de regeling gebruik wordt gemaakt. De LAVG heeft sinds het ontstaan van de regeling maximaal 525 vorderingen gedaan bij oplichters. "Het gaat slechts om een beperkt aantal zaken die we hebben gehad de afgelopen jaren", zegt Niels van Os, directeur van SODA. Van der Rest denkt dat de tegenvallende resultaten komen doordat slachtoffers niet met de regeling bekend zijn.
GroenLinks-PvdA-Kamerlid Mutluer heeft nu Kamervragen gesteld. "Hoe wilt u ervoor zorgen dat de regeling PNBF meer bekendheid geniet?", wil ze van de minister weten. "Is er daadwerkelijk gezorgd voor betere detectie van fraude in het transactieverkeer van banken, onder andere door het delen van modus operandi van criminelen tussen politie en banken ten behoeve van een slimme monitoring van dat transactieverkeer? Zo ja, waar blijkt dat uit?", vraagt het Kamerlid verder.
Van Weel moet ook duidelijk maken of de Nederlandse banken en de Betaalvereniging Nederland registreren hoeveel mensen gebruik maken van de regeling en hoe vaak binnen drie weken geld is overgemaakt door de oplichter nadat die is benaderd door de bank. "Kunt u dit uitgebreid en cijfermatig beantwoorden? Zo nee, bent u bereid om daar afspraken over te maken met banken en de Betaalvereniging Nederland zodat de effectiviteit van de regeling beter gemeten kan worden?", wil Mutluer aanvullend weten. Daarnaast vraagt ze de minister of de regeling naar payment providers als Mollie, Adyen en Paypal kan worden uitgebreid. Van Weel heeft drie weken om met een reactie te komen.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.