In 2019 werd het Nederlands Cybersecurity Woordenboek gelanceerd dat een 'brug moest slaan' tussen termen die voor vakspecialisten bekend zijn, maar voor afnemers van cybersecuritydiensten vaak onbekend. Ook moest het specialisten helpen om de directie beter te informeren. "Op deze manier draagt het bij aan een digitaal veilig Nederland", aldus het Digital Trust Center (DTC) van Economische Zaken destijds.
Na vijf jaar is er nu een nieuwe versie waar honderdtachtig termen aan zijn toegevoegd. "Het is een waardevolle gids voor iedereen die werkt aan de digitale weerbaarheid van Nederland, of er meer over te weten wil komen", stelt minister Van Weel van Justitie en Veiligheid in het voorwoord. "De voortdurende ontwikkeling van cyberdreigingen vraagt om actuele en toegankelijke kennis. Dit woordenboek helpt u om een beter inzicht te krijgen in de complexe wereld van cybersecurity en stelt u in staat om effectiever te communiceren met experts in het veld."
In het woordenboek staan termen uitgelegd als honey token, HTTPS, IP-adres, IoC, exfiltratie, exploitkit, end-of-life, netwerksegmentatie, path traversal, private key, pretexting, sandbox, swag, TLP en zero trust. Aan het Cybersecurity Woordenboek werkten negentig organisaties en securitybedrijven mee, waaronder de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD), Gemeente Den Haag en Rotterdam, Openbaar Ministerie, Technische Universiteit Delft en Universiteit Leiden.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.