Twee huurders van een huurwoning moeten vanwege privacybezwaren een camera van hun voorgevel verwijderen, zo heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld. De huurders hadden zonder toestemming van de woonstichting drie camera's aan de huurwoning bevestigd. Na een eerste zitting vond er overleg plaats tussen de huurders en woonstichting. Dit zorgde ervoor dat twee camera's werden verplaatst en gemonteerd zodat ze alleen zicht geven op het perceel van de huurders.
Op de derde camera aan de voorgevel werd een kap aangebracht om zo het zicht te beperken, maar dat is volgens de woonstichting onvoldoende omdat het zicht nog steeds inbreuk maakt op de privacy van personen die zich op de straat voor de woning van de huurders begeven en daarmee de klachten over de camera van die omwonenden zullen aanhouden. De woonstichting vorderde bij de rechter dat de huurders de camera verwijderen.
De rechter stelt dat alleen het feit dat de huurders geen toestemming hebben gevraagd onvoldoende is om de vordering tot verwijdering toe te wijzen. Volgens de huurders hebben er in de buurt auto-inbraken plaatsgevonden en is de camera volgens regelgeving van de Autoriteit Persoonsgegevens aangebracht. Ook is er een sticker op het raam geplakt om voorbijgangers te waarschuwen.
De woonstichting heeft de beelden van de camera kunnen bekijken en zag dat die auto’s in het parkeervak vóór de huurwoning filmt, en op zo'n manier dat gebruikers van de auto’s volledig in beeld komen. Daarmee is er nog steeds sprake van een privacyinbreuk. Daarnaast zou voor het beoogde doel ook een deurbelcamera volstaan. "Een videodeurbel wordt maatschappelijk meer aanvaard", aldus de woonstichting. De huurders zien een deurbelcamera niet zitten omdat die geen goed zicht op de auto biedt.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de privacybezwaren van omwonenden zwaarder wegen dan de belangen van de huurders. Daarnaast hebben de huurders niet voldoende onderbouwd dat alleen met de derde camera aan de voorgevel de auto tegen diefstal en vandalisme is te beveiligen. Tevens stelt de rechter dat de camera meer opneemt dan voor het doel noodzakelijk is.
"Dat zich auto-inbraken in de buurt van zijn woning hebben voorgedaan, is onvoldoende om een persoonlijk belang van [huurders] in te onderkennen, omdat dit anders er toe zou kunnen leiden dat alle buurtbewoners camera’s aan hun gevel zouden mogen aanbrengen. Dit zou anders zijn wanneer zou zijn komen vast te staan dat [huurders] persoonlijk slachtoffer is van (meerdere gevallen van) vandalisme of diefstal uit zijn auto. Dat is niet het geval", stelt de rechter. Die voegt toe dat de huurders een deurbelcamera als alternatief hadden moeten overwegen.
De rechter is het met de woonstichting eens dat dat een deurbelcamera maatschappelijk meer wordt aanvaard dan een camera die aan de voorgevel van de woning is aangebracht en die is gericht op de openbare weg. "Het gevoel van het constant bespied kunnen worden - en daarmee de gevoelde privacy-inbreuk - , is minder sterk aanwezig bij een videodeurbel." De rechter oordeelt dat de huurders de camera dan ook moeten verwijderen.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.