De Nederlandse politie heeft onvoldoende kennis in huis om cybercrime op het moment adequaat te bestrijden. Dat zegt Wouter Stol, hoogleraar Politiestudies met bijzondere aandacht voor 'cybersafety', in een interview met Security.nl. Volgens Stol is de opsporing en vervolging van cybercriminelen door politie en justitie nog steeds een probleem in Nederland. In het geval van hacking of een virtuele diefstal, of iemand die op straat beroofd is, gaat de beroving voor en blijven de virtuele misdrijven op de plank liggen, laat Stol weten.
Justitie zou wel bezig zijn om cybercrime op de agenda te krijgen. "Maar over de gehele linie is het kennisniveau nog te laag." Als iemand bijvoorbeeld via Facebook wordt gestalkt of zijn account wordt gehackt en daarmee naar het politiebureau gaat, is het goed mogelijk dat de agent die de aangifte opneemt niet weet wat hij hiermee aan moet. "De kans dat vervolgens iemand met succes een dader opspoort is natuurlijk ook nog eens een stuk kleiner."
Processen
Het opsporen van cybercriminelen, ook de kleine jongens, is nog altijd lastig voor politie omdat het niet gewend is dit soort zaken te onderzoeken. In de echte wereld bestaat de bulk van de misdrijven uit kleine vergrijpen, zoals woninginbraken e.d. Daar zijn de politieprocessen op in gericht. In het geval van cybercrime zijn dat soort processen er nog niet, stelt de hoogleraar.
Stol denkt dat de misdrijven in fysieke wereld prioriteit krijgen omdat die meer impact op burgers hebben. "Politieagenten kijken op basis van ervaring en maatschappelijk inlevingsvermogen wat ze met een zaak moeten."
Er gaat echter wel het een en ander verschuiven. "Er zal meer aandacht voor cybercrime komen en de politie zal er ook beter in worden." Daarbij zal politie vaker met partners samenwerken. "Het wordt zoveel en het is naar verhouding nog steeds vrij ingewikkeld, wat betekent dat de politie niet alles kan oplossen."
Stol acht het mogelijk dat de platformen waar cybercrime plaatsvinden zich actiever met de bestrijding ervan gaan bezighouden. "De politie zal steeds meer met private partners gaan samenwerken om te kijken wie allemaal z'n steentje kan bijdragen om het probleem op te lossen."
Als de identiteit van een dader bekend is, kunnen veilingsites of banken maatregelen nemen door iemand uit te sluiten. Bedrijven en politie vinden elkaar steeds vaker, omdat ook bedrijven er baat bij hebben dat er geen cybercrime op hun platform plaatsvindt. Zo is er bijvoorbeeld een samenwerkingsverband tussen politie en marktplaats.
Slachtoffers
Om te voorkomen dat burgers het slachtoffer van kleine cybercrime worden, zoals een buurman of ex-partner die op een account inlogt, adviseert Stol toch als basis een goede computerbeveiliging. "En hou je inloggegevens geheim." In de meeste gevallen gaat de gebruiker in de fout. En dat maakt het onderzoek vaak lastig.
"Het wordt meestal niet duidelijk hoe het probleem is ontstaan en weten mensen niet hoe dat is gebeurt. Ze zeggen dan dat hun computer is gehackt, maar hebben geen idee wat de oorzaak is. Misschien was de gebruiker slordig met zijn wachtwoord, maar kan hij dat zich niet meer herinneren."
In het geval van veilingfraude, waar het nog altijd het vaakst fout gaat, moeten gebruikers gewoon argwanend genoeg zijn. Dus wie verkoopt het product, heeft hij goede kritieken en recensies.
Cybercrime
Ondanks dat de kleine criminaliteit op het web niet vaak in de media komt, pikt de politie de boodschap wel op, gaat Stol verder. "Als cybercrime van het volk is, moeten we ervoor zorgen dat cybercrime van elke agent is. Daar is het de afgelopen jaren ontspoord. Er werd altijd gedacht dat cybercrime het werk van hightech criminelen was en dit met wat hightech agenten was op te lossen."
Stol merkt op dat de samenleving snel verandert en cybercrime nu de manier is waarop mensen delicten plegen. "De vraag is dan ook of je het nog steeds cybercrime moet noemen. Daardoor lijkt het namelijk of het iets aparts en technisch is, maar het is alledaags. Jongeren doen niets anders en weten niet anders. Als ze elkaar bedreigen doen ze dat niet via het schoolplein, maar via Facebook of Twitter."
"En ook als ze seksuele escapades uithalen doen ze dat ook online. En daar gaat dan ook van alles mis, ook in juridische zin. Voor die mensen die dat doen is het alledaags, maar als wij het cybercrime blijven noemen en het beeld hebben dat het iets heel specialistisch is, dan houden we ons zelf voor de gek."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.