SP-Kamerlid Arda Gerkens heeft minister Donner van justitie halverwege februari verschillende vragen over de toename en bestrijding van computercriminaliteit in Nederland gesteld. Om cybercrime in kaart te kunnen brengen en aan te pakken moeten bedrijven wel aangifte doen. Daarom is de overheid het "project Aanpak Cybercrime" gestart, dat tot een grotere bereidheid van bedrijven om aangifte te doen moet leiden. Veel bedrijven zijn namelijk bang voor claims of reputatieschade. Volgens Donner heeft het project tot doel het bevorderen van een vertrouwensrelatie tussen opsporingsdiensten en bedrijfsleven. De minister van justitie gaat er dan ook van uit dat met dit project het vertrouwen bij het bedrijfsleven in de aanpak van computercriminaliteit wordt vergroot en dat daardoor een grotere bereidheid zal ontstaan om aangifte te doen.

Op de vraag of er voldoende digitale rechercheurs in Nederland actief zijn laat Donner weten dat er op dit moment in dienst van de Nederlandse politie ongeveer 115 mensen werkzaam in de digitale recherche zijn, inclusief 28 medewerkers in dienst van het KLPD. Zij zijn nagenoeg allemaal als technische onderzoekers werkzaam en ondergebracht in een ondersteunende functie.

Digitaal opsporen heeft tot op heden vooral in het teken gestaan van techniek; heel nadrukkelijk is hierop gefocust. Dat heeft tot gevolg gehad dat de aandacht vooral is uitgegaan naar de technisch ondersteunende zijde van digitaal opsporen. Een aantal van 115 technisch specialisten ter ondersteuning van het tactische opsporingswerk is heel behoorlijk, gelet ook op het niveau van de ondersteuning. De tactische kant van digitaal opsporen is echter in de afgelopen jaren verwaarloosd. Tactische opsporingsambtenaren zijn in het algemeen onvoldoende onderlegd in ICT, enerzijds om er gebruik van te maken in hun eigen voordeel en anderzijds om strafbare feiten waarin ICT een wezenlijke component vormt op te merken en adequaat strafrechtelijk af te handelen. Er is op het gebied van de technische ondersteuning dan ook een professionaliseringsslag nodig, zo laat de Raad van Hoofdcommissarissen weten.

En de Raad wil nog veel meer. Iedere opsporingsambtenaar (recherche of anderszins) moet namelijk worden toegerust om zijn of haar werk te kunnen doen, gegeven de digitalisering van de samenleving. Dat betekent een verbreding van de competenties van alle opsporingsambtenaren.

Om dit te bereiken zal er tot 2008 een opleidingstraject voor alle zittende rechercheurs worden opgezet.

Meer over de bestrijding van cybercrime is in dit antwoord van Donner te vinden.