In Amerika is op dit moment veel te doen over het lekken van "vertrouwelijke informatie" door de pers. Alles staat in het teken van de strijd tegen het terrorisme, maar waar bestaat die strijd uit? De Amerikaanse regering hult zich in stilzwijgen en ziet graag dat de pers dit ook doet.
Dankzij journalisten zijn er de laatste tijd allerlei dubieuze praktijken van de overheid in de VS aan het licht gekomen. De overheid probeert echter op allerlei manieren de pers de mond te snoeren, waarbij zelfs de spionage wetgeving uit 1917 mogelijk onder het stof vandaan wordt gehaald. Door deze wet kunnen journalisten vervolgd worden als zij de nationale veiligheid schenden.
Steven Aftergood, die zich bezighoudt met de classificering voor de Federatie van Amerikaanse Wetenschappers, noemt de aanpak van geheimen door de overheid "het cultiveren van angst om beleid te sturen. Ons wordt verteld dat niets belangrijker is dan de externe dreiging waar we mee te maken hebben, en niets waardevoller is dan de bescherming tegen deze dreiging". Volgens Aftergood is dit een belediging van de miljoenen Amerikanen die hun leven gaven om Amerika te verdedigen.
In deze beschouwing geeft Washington Post redacteur Robert G. Kaiser zijn visie over de patstelling tussen pers, publieke geheimen en de overheid.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.