In Amerika ziijn honderden mensen veroordeeld op basis van een defecte forensische tool van de FBI, maar de opsporingsdienst heeft gevangenen en rechters nog altijd niet gewaarschuwd, ook al is de fout al twee jaar bekend. De tool vergelijkt de op de plek van een misdrijf gevonden kogels met die van de verdachte, en gaat ervan uit dat elke set kogels dezelfde samenstelling van lood heeft. Wetenschappers hebben in 2004 bewezen dat dit helemaal niet het geval is, en noemden de methode van de FBI "onbetrouwbaar en potentieel misleidend."

De techniek werd voor het eerst na de aanslag op John F. Kennedy gebruikt, en was sindsdien de basis voor talloze veroordelingen. In 2005 stopte de FBI met de omstreden tool, maar er is nooit gekeken in hoeveel zaken de jury hierdoor misleid is. Toch bleef het bureau in een aantal zaken volhouden dat er met de methode niets mis was. In de afgelopen dertig jaar is de "comparative bullet-lead analysis" bij zo'n 2500 zaken toegepast.

De meeste gevallen dateren van de laatste jaren, en die veroordeelde gevangen hebben twee tot vier jaar de tijd om tegen hun veroordeling in beroep te gaan. Voor de meeste gevangen is deze periode bijna voorbij, zonder dat ze weten dat er nieuw bewijs is om hen vrij te pleiten. Voormalig FBI laboratorium directeur Dwight Adams roept dan ook op om alle zaken opnieuw te bekijken.