De Amerikaanse overheid werkt aan een systeem dat in real time verkeer op overheidsnetwerken verzamelt en analyseert, om zo beter voor bereid te zijn op cyberaanvallen, maar critici zijn bang voor het zoveelste spionagenetwerk. "Einstein", zoals het systeem heet, gaat ook het bezoek aan .gov sites, zowel door Amerikanen als buitenlanders, strenger monitoren. Het systeem wordt op dit moment bij 15 overheidsdiensten gebruikt. Homeland Security secretaris Michael Chertof heeft echter al een budget van 293,5 miljoen dollar aangevraagd om het volgend jaar overal uit te rollen.
Einstein verzamelt IP-adressen, poortgegevens, pakketgegevens en Internet Control Message Protocol data. De informatie wordt eens per dag door het Computer Emergency Readiness Team bekeken, in de hoop wormen en andere anomalieën te vinden. Aangezien deze aanpak te wensen overlaat is het de bedoeling dat er meer analisten komen om al deze informatie real time te analyseren.
Het systeem heeft zowel Democraten als Republikeinen verontrust. "Ik vraag je iets anders te vinden dat zich richt op de slechterikken, en niet op de doorsnee burger", zegt Republikein Paul Broun. Het Ministerie van Homeland Security laat in een reactie weten dat Einstein niet verschilt van commerciële systemen om malware mee te vinden. Daarnaast is de overheid ook niet van plan om de uitgebreide monitoring van netwerken te stoppen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.