Het verbod op het versturen van spam is niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting, zo heeft een verdeeld Hooggerechtshof in de Amerikaanse staat Virginia bepaald. De zaak was aangespannen door de mega-spammer Jeremy Jaynes, die in 2003 als eerste onder de anti-spamwetgeving werd opgepakt. Hij verstuurde samen met zijn zus 10 miljoen spamberichten per dag, waar Jaynes tussen de 400.000 en 750.000 dollar per maand mee verdiende.
Slechts 1 op de 30.000 mensen reageerde op zijn spam aanbiedingen, maar vanwege de grote hoeveelheid mail kreeg hij elke maand toch 10.000 tot 17.000 creditcard orders binnen, goed voor zo'n 40 dollar per order. Aan bandbreedte en andere zaken was Jaynes zo'n 50.000 dollar kwijt. Er wordt dan ook geschat dat hij met zijn spampraktijken zo'n 24 miljoen dollar heeft verdiend. In 2004 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar.
De spammer ging in 2006 al in hoger beroep tegen zijn straf, maar was onsuccesvol. Volgens de advocaat was de anti-spamwetgeving in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Jaynes klopte daarom bij het Hooggerechtshof aan, die hem maar nipt ongelijk gaf. Van de zeven rechters waren het er drie eens met de spammer, vier stemden tegen. Jaynes gebruikte valse afzendadressen om dubieuze diensten te adverteren en misleidende advertenties vallen niet onder het recht van vrije meningsuiting, zo oordeelde het Hooggerechtshof uiteindelijk.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.