Het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties heeft kritiek geuit op het aftapbeleid van de Nederlandse overheid. Nergens in de wereld worden zoveel telefoongesprekken afgeluisterd als hier, zo werd vorig jaar duidelijk. De afgelopen drie weken onderzocht het comité verschillende zaken die in Nederland spelen, waarvan terreurbestrijding en het afluisteren van telefoongesprekken er twee waren. Zo kan iemand in Nederland op verdenking van terrorisme een gevangenisstraf van twee jaar krijgen. De VN wilde graag weten wat voor bewijs vereist is om iemand op die grond te veroordelen. Ook werd gevraagd wat er met biometrische gegevens en de data van afgetapte gesprekken gebeurt en hoe misbruik voorkomen wordt.
Zorgelijk
Wat betreft het biometrische paspoort kreeg het comité van minister Ernst Hirsch Ballin te horen dat het de data op de best mogelijke manier kan beschermen als het op één locatie wordt bewaard. Verdere bescherming moet ervoor zorgen dat niet iedereen zomaar toegang tot de database krijgt. De openbare aanklager moet bijvoorbeeld uitdrukkelijke toestemming hebben. In het geval van aftappen kregen de mensenrechtenexperts te horen dat telefoonlijnen van advocaten niet worden afgeluisterd.
"Op het eerste gezicht was het aantal telefoontaps hoog, wat komt door de hoge standaarden die worden toegepast om bewijs bij een rechtszaak te gebruiken. De Nederlandse politie heeft hier zelf geen toestemming voor en werkt in opdracht van het Openbaar Ministerie. Elk gezette telefoontap wordt apart behandeld en vereist de toestemming van de Minister van Justitie", zo laat het mensenrechtencomité weten.
Dat merkt in het rapport op dat aftappen een belangrijk onderzoeksmiddel kan zijn, maar het is bezorgd over de privacy van advocaten, iets wat de Nederlandse overheid moet waarborgen. Het kabinet komt na de zomer met een officiële reactie, aldus de Volkskrant.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.