De uitspraak van rechtenprofessor Paul Ohm dat Internetproviders de grootste bedreiging voor de privacy van de internettende mens zijn, zorgde voor een heftige discussie. Ohm waarschuwde dat veel ISPs zich in de toekomst met surveillance gaan bezighouden en nu al met Deep-Packet Inspection technologieën experimenteren. Sommige critici van Ohm vroegen zich af of Google niet een grotere bedreiging voor de privacy is.
Hij denkt van niet: "Je kunt je voor Google verstoppen, maar je verstoppen voor je ISP is heel moeilijk. Google mag dan veel informatie over haar gebruikers verzamelen, het kan niet monitoren wat het niet kan zien." Zodra een gebruiker een Google website verlaat, kan de zoekgigant hem of haar niet meer volgen. De internetprovider verliest nooit het zicht op zijn klanten. Sterker nog, de ISP ziet alles wat Google gebruikers doen, aangezien de meeste Google diensten geen encryptie gebruiken.
De vraag die dan overblijft is of ISPs zo snel in Big Brother zullen veranderen. Providers zouden tenslotte toch over zelfbeheersing beschikken en de privacy van hun klanten respecteren? Ohm denkt wederom van niet. "Zelfs als dit nu nog niet het geval is, voorspel ik dat ze dit in de toekomst wel zullen doen." Als tekenen aan de wand ziet hij de verschillende tests met spyware zoals Phorm en NebuAd en het feit dat veel ISPs over hun financiële positie klagen. Ze zouden namelijk niet hun infrastructuur kunnen upgraden zonder nieuwe strategieën die tot een betere return on investment (ROI) moeten leiden. Daarvoor hoeven ze echter niet de geheimen van hun gebruikers te verkopen, besluit Ohm.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.