Nederland heeft weer een nieuwe volksziekte, vindt D66-er Menno van der Land. Hij doopte de aandoening privacyfundamentalisme. Met deze dooddoener serveert hij de bezwaren tegen nieuwe naaktscanners op Schiphol af. Opmerkelijk, vooral omdat zijn partijgenoten Pechtold en In ’t Veld juist pleiten voor meer privacybescherming.
Van der Land zelf vertoont hiermee symptomen van een andere, iets eerder ontdekte aandoening: veiligheidsutopisme. Deze kwaal is ontdekt door de criminoloog Hans Boutellier, directeur van het Verwey-Jonker Instituut: “het onhaalbare verlangen naar het samenvallen van maximale vrijheid en maximale veiligheid”. De denkfout van het veiligheidsutopisme is het geloof in een maakbare veiligheid.
Het mantra van dit geloof is dat je alles moet doen wat mogelijk is om problemen te voorkomen. Doe je niet alles, dan ben je schuldig als het misgaat. Preventie boven alles, is het motto van de veiligheidutopist, en de eerstverantwoordelijke is de overheid. Ook van der Land toont zich in zijn artikel aanhanger van dit dictum. Waartegen Boutellier waarschuwt: “Veiligheid is een onverzadigbare behoefte en het najagen daarvan kan een obsessie worden”.
Op jaarbasis een paar miljard uitgeven om misschien drie levens te redden is voor de veiligheidsutopist een volkomen valide en zelfs onvermijdelijke maatregel. Alle kinderen 24x7 volgen en alle ouders onder staatstoezicht stellen om een kindermoord te voorkomen, ook.
Of ik daar iets op tegen heb? Ik ben toch niet tegen veiligheid? Nou, het is dat je het vraagt want ik zie toch een paar lastige probleempjes.
Allereerst en bovenal is er het probleem de maakbaarheid zélf. Werkt de voorgestelde maatregel überhaupt wel? Helpt het Elektronisch Kinddossier tegen kindermoord? Helpt het EPD tegen medische fouten? Helpt de identificatieplicht tegen geweld op straat? Leidt de legitimatieplicht in ziekenhuizen tot minder medische fouten? (Ja, dat wordt echt serieus beweerd). Helpen meer bevoegdheden voor justitie en politie tegen terrorisme? Helpt de inval in Irak tegen de spanningen in het Midden Oosten? Helpen de aangeschafte naakstcanners op Schiphol tegen bomaanslagen?. Helpt het Internationaal recht tegen oorlog? Het antwoord is dan: soms, of misschien. Maar meestal is het antwoord: we kunnen niet vaststellen of het helpt. Maar we hopen het wel. Waar vervolgens bij nader inzien maar al te vaak blijkt dat de maatregel helemaal niet helpt.
Beveiliging is in de praktijk knap lastig, er is maar al te vaak een groot verschil tussen het doel en het effect van de maatregel. Dus als je privacy inlevert voor meer veiligheid, raak je iets kwijt waar je al dan niet aan hecht, maar de kans dat je er daadwerkelijk meer veiligheid voor terugkrijgt is bijzonder klein.
Het tweede probleem is veel banaler: geld. Beveiligen kost geld – veel geld. Je moet afwegen of het redden van een mensenleven in een vliegtuig meer geld waard is dan het redden van een mensenleven in een thuissituatie, een ziekenhuis of in het verkeer. Je budget is immers beperkt. Meer veiligheid is dus maar afwachten, minder geld is een zekerheid.
Het derde probleem is bijwerkingen. Baat het niet, dan schaadt het niet? Dat gaat bij beveiliging maar zelden op. Iedere maatregel heeft bijwerkingen, die je niet kunt vermijden. De beveiliging van de één is per definitie de overlast of onveiligheid van de ander. Zo zijn de onderzoeken naar mogelijke bijwerkingen van ‘naaktscanners’ nog niet afgerond, en zijn er signalen dat er mogelijk een verhoogde kans op kanker zou zijn. Los van dit soort directe bijwerkingen: of je vliegtuig nu met jou er nog in terugvliegt omdat er een raar pakketje of een verdachte reiziger aan boord is, of dat je drie uur extra moet wachten op een trein, het is overlast. Dat je meer tijd op een vliegveld doorbrengt dan dat je in het vliegtuig zelf zit, met dank aan allerlei voorzorgsmaatregelen, is ook overlast. En als je op ieder vliegveld apart wordt genomen voor extra onderzoek en te maken krijgt met de bijpassende verdachtmakingen en intimidatie, is dat heel veel overlast. Je zou het maar zo als onveiligheid kunnen ervaren. Als blanke burger tref je het dan nog, want dan word je niet zo snel gezien als verdachte van terrorisme. Tot de IJslanders aanslagen gaan plegen op Britse en Nederlandse vliegtuigen, in verband met de herstelbetalingen voor Icesave. Het wordt dus nooit voor iedereen veilig.
Het vierde probleem is dat veiligheid voor de een iets anders betekent dan voor de ander. Er zijn verschillende agenda’s en verschillende belangen. Zo moet je niet denken dat het bij de luchtvaart alleen gaat om het redden van mensenlevens; de luchtvaart heeft als sector te maken met een grote gevoeligheid voor angst – als mensen bang zijn om te vliegen, dan vliegen ze niet. Geen passagiers is dodelijk voor de luchtvaart. Af en toe een kaping niet.
Een vijfde probleem dat een grote rol peelt is de klassieke veiligheidsparadox: hoe meer veiligheid we hebben, hoe erger we een inbreuk daarop ervaren. Dat zie je goed terug in de onderzoeken in ons land – mensen die minder met criminaliteit te maken hebben, voelen zich minder veilig. Dus hoe veiliger we de boel maken, hoe onveiliger we het gaan vinden. En hoe harder we schreeuwen om meer maatregelen. Zo wordt veiligheid een obsessie. En je portemonnee steeds leger.
Het zesde probleem is dat van de afnemende meeropbrengsten. Dit effect zie je goed in het autoverkeer – de invoering van de veiligheidsgordel en de valhelm scheelde enorm veel mensenlevens. Maar de opeenvolgende maatregelen zoals het derde remlicht, voorlichtingscampagnes en opeenvolgende snelheidsbeperkingen hebben steeds minder resultaat, tot er een restcategorie verkeersslachtoffers overblijft die je maar niet weg krijgt, al laat je iedereen in een tank rondrijden. Dat is normaal – er zal altijd een onbereikbare restcategorie overblijven. Toeval blijft immers bestaan, hoe graag je dat ook weg wilt reguleren. En menselijke stupiditeit natuurlijk, dat blijft ook bestaan. Je kunt de menselijke factor in het verkeer zo veel mogelijk reduceren – door technologie. Een hele vette computer met een boel sensoren in iedere auto en geleidende systemen langs iedere weg. Kost ook een lieve duit. Maar onfeilbare technologie zullen ze nooit gaan leveren. Verkeersslachtoffers blijven.
Het zevende probleem is de realiteit van beveiligingsmaatregelen. Je doet wat je kunt. De meeste veiligheidsmaatregelen lossen problemen niet helemaal op, maar maken de kans op problemen kleiner en de gevolgen minder erg. Dit maakt beveiligingsmaatregelen bijzonder gevoelig voor kritiek – ze roeien het probleem immers niet met wortel en tak uit. Een goed voorbeeld hiervan is het Nederlandse drugsbeleid. Critici kunnen altijd roepen dat het gedogen niet helpt – er worden immers nog steeds drugs gebruikt. Het gedoogbeleid heeft tot doel het probleem te verkleinen, omdat volledig uitbannen gewoonweg niet lukte. Om vervolgens te stellen dat dit gedoogbeleid faalde, omdat het drugsgebruik niet volledig uitgebannen is, is erg gemakkelijk scoren. Een even goed voorbeeld is het vuurwerkdossier – ondanks alle beperkende maatregelen begon 2010 met minder ogen en minder vingers. Dan maar helemaal verbieden? De ieder jaar grotere hoeveelheid illegaal vuurwerk maakt overduidelijk dat dat niet zal helpen, toch is een pleidooi voor een totaalverbod een even vast Nieuwjaarsritueel als het schansspringen in Garmisch Partenkirchen. Ook hier is Rupsje Nooitgenoeg aan het werk.
Als laatste probleem zie ik de enorme uitbreiding van het taakgebied van de overheid. Waakte Bromsnor vroeger alleen tegen criminaliteit, en was vooral reactief, tegenwoordig moet Oom Agent samen met een groeiend aantal toezichthouders en gespecialiseerde autoriteiten overal tegelijk zijn en alles maar zien te voorkomen. Daarvoor wordt hij voorzien van steeds meer bevoegdheden en technologie. Zo ontstaat een grote en machtige overheid. En ook een heel kostbare. Maar resultaten zijn daarmee nog steeds niet verzekerd. Grote organisaties zijn zoals bekend zelden effectief.
Terug naar de luchtvaart. De bereidheid om met grote bedragen bij te dragen aan de veiligheid van het luchtverkeer is op de keper beschouwd vooral ondersteuning van de economische belangen van de sector. En deze belangen zijn blijkbaar heel erg veel waard, zodanig dat andermans geld en privacy geen rol spelen. Vergeet niet dat we de vingerafdrukkendatabase en ons nieuwe paspoort óók omwille van de veiligheid van de luchtvaart hebben gekregen, in het kader van het ICAO.
Ja, hoor je dan, terroristen hebben toch een sterke voorkeur voor de luchtvaart en daarom moeten we daar de boel beter beveiligen? Nou, kijk, het ligt wat genuanceerder. De terroristen achter de aanslagen van de afgelopen jaren hadden wel een lichte voorkeur voor vliegtuigen en vliegvelden, maar inmiddels zijn ook ambassades, synagogen, hotels, oorlogsschepen, cruiseschepen, discotheken (Bali en Berlijn), treinen (Madrid, de Punt), bussen (Londen) en zelfs hele stadswijken (Mumbai) het doelwit geweest. Maar zijn er voorstellen gedaan scanpoortjes te plaatsen op alle perrons, bushaltes en stranden? Niet dus, natuurlijk niet. Omdat de reacties op aanslagen op de luchtvaart veel groter zijn, is dat voor terroristen een reden te meer om dat als doelwit te nemen – het doel van terrorisme is immers niet zoveel mogelijk te doden, maar zoveel mogelijk aandacht voor het politieke doel te krijgen.
Zo gaat inmiddels het grootste deel van de prijs van een passagiersvliegtuig op aan veiligheidsvoorzieningen, en ook de kosten van alle vormen van beveiliging op en rond het vliegen zelf en het vliegveld zijn torenhoog. Het gevolg is dat je nergens zo veilig bent als in een vliegtuig. Wil je een vergelijkbare veiligheid realiseren in bijvoorbeeld een ziekenhuis of in het wegverkeer, dan zou het EPD niet – zoals nu – voor een grijpstuiver in elkaar geknutseld moeten worden en zou de maximumsnelheid in de bebouwde kom naar 15 km per uur gaan, op snelwegen naar 35.
Evenzeer asymmetrisch is dat we voor een marginale veiligheidsverbetering in de luchtvaart moeiteloos miljoenen uitgeven waar we dat voor andere, veel beter aantoonbare veiligheid, zoals voedselveiligheid, ziekteveiligheid, milieuveiligheid of oorlogsveiligheid niet doen. Al helemaal niet als dat over dit soort veiligheid in andere landen gaat. Nee, dan soebatten we er liever over of die stuiver niet voor de helft verkeerd wordt uitgegeven of stellen botweg dat je de derde wereld gewoon hun oorlogen moet laten voeren omdat dat goed voor ze is.
Deze asymmetrie maakt duidelijk dat het veiligheidsutopisme alleen een paar stokpaardjes berijdt en helemaal niet gedegen met onze veiligheid omgaat. Dat de luchtvaartsector in deze debatten haar eigen belangen behartigt, is logisch. Alleen, dat politici en burgers daar kritiekloos intrappen is onthutsend. Het moment van de veiligheidsobsessie, waar Boutellier voor waarschuwt, is al aangebroken.
Hoe irrationeel dit denken is, zie je ook aan onze eigen Defensie; voor een paar stuivers minder dan het halve minimum moet ons land veiliggesteld worden van de ultieme ramp, oorlog. En vervolgens wordt dat geld weggegooid in missies die als primair doel hebben het aanzien van onze vergadertijgers in internationale gremia op peil te houden en de smet van Srebrenica op de morele superioriteit van Nederland Gidsland te wissen. Om van de voorgenomen aanschaf van Amerikaanse prestigejagers om maar ‘Atlantisch loyaal’ te zijn niet te spreken. Deze excessen zijn een rechtstreeks gevolg van het gemakzuchtig uit de weg gaan van het relevante veiligheidsdebat door burgers en politiek, zodat minuscule belangen – de status en carrière van een paar kopstukken – de echte belangen kunnen verdringen. Wie weet is ons hele defensiebudget wel weggegooid geld, omdat we ons niet verdedigen tegen wat ons bedreigt. Of omdat we ons niet kunnen verdedigen. Of niet hoeven - maar deze vragen stellen we nooit; uitgaan van een paar bejaarde ‘hoekstenen voor het beleid’ zonder er verder over na te denken, is veel gemakkelijker.
Veiligheid is het bewust kiezen voor de best haalbare opties op basis van beperkte financiële middelen en uitvoerbare maatregelen, hoe vervelend en hoe onsmakelijk dat soms ook is. Deze keuzes uit de weg gaan en onze veiligheid overlaten aan belangenclubjes en politieke avonturiers, is levensgevaarlijk. De prijs voor ons vluchtgedrag zullen we op een keer alsnog moeten betalen, en van dat vooruitzicht word ik niet vrolijk. Daarom moeten we zo snel mogelijk afstappen van de veiligheidsutopie en ons afvragen wat we nu eigenlijk het allerbelangrijkste vinden en daar onze aandacht en inspanningen op richten. En dan niet alleen preventief graag, maar pragmatisch en realistisch. Waarbij onlosmakelijk hoort dat we bepaalde risico’s accepteren en maatregelen die niet blijken te werken, intrekken. Vanwege de bijwerkingen en de geldverspilling.
Door Peter Rietveld, Senior Security consultant bij Traxion - The Identity Management Specialists -
Laatste 10 columns
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.